77
ganisatorische apparaat uit te schakelen, en op die manier staat
deze wetenschap in dienst van de ontmenselijking der menselijke
verhoudingen.
Typerend in dit verband is dat er een tak van de sociologie, de
organisatie-sociologie, bestaat waarin vrijwel uitsluitend de vraag
gesteld wordt naar de doelmatigheid van de organisatie, terwijl aan
een vraag die mij op dit ogenblik zeer dringend schijnt te zijn, nl.
welke organisatorische vormen geven de mogelijkheid tot echte
participatie, tot democratie, nauwelijks aandacht wordt besteed.
Dan een vierde en laatste punt, waar ik kom tot de wetenschap
zelf. Als de wetenschap een instrument voor de rationalisatie in
dienst van irrationele maatschappelijke tendenties wordt is de
reden daarvan te zoeken in de „doelloosheid" van het huidige
wetenschapsbedrijf. Theoretisch heet de wetenschap nog altijd
bedreven te worden om zich zeiver wille. Er wordt dan veronder
steld dat uit de verspreide activiteiten van alle voor zich zelf
werkende wetenschappers vanzelf de kennis ontstaat die menselijk
gezien belangrijk is. Denkt u aan de parallel dat als elk individu
voor zich zijn eigen materiële welvaart nastreeft, vanzelf de har
monie tot stand komt waarbij allen hun welvaart vinden.
Aldus wordt een organisatie van het wetenschapsbedrijf ge
rechtvaardigd waarin de enige vraag die gesteld wordt ishoe kan
op de meest rationele wijze de intellektuele beheersing van elk
onderdeel van de realiteit verkregen worden. Hierin past een
wetenschapsopvatting die analoog is aan de organisatie van de
industriële activiteit, gezien van uit individualistisch perspectief.
Laat elke wetenschapper zich uitsluitend bekommeren om de ver
groting van het weten op zijn gebied; elke wetenschap heeft zich
enkel te bemoeien met zijn gebied, elke specialisatie moet zich
enkel bekommeren om de vergroting van haar eigen vakweten.
De professionele ethiek waarnaar de resultaten van een weten
schappelijke arbeid worden gemeten is een afspiegeling van ons
economisch stelsel.
Zoals van elke rationele efficiënte industriële arbeid in dienst van
de markt wordt verondersteld dat hij zonder meer waardevol is,
zo ook van de activiteit van de voor zich zelf werkende wetenschap
per. Hij krijgt daarom in zijn vakkring geen waardering voor po
gingen het menselijk wetenswaardige naar voren te brengen,
maar voor nauwkeuriger technisch perfecte kennis van details.
Wat mijn eigen wetenschap betreft, moet u niet denken dat het
daar heel anders ligt. Daar is heel sterk een ontwikkeling geweest
de laatste 20-25 jaar waarbij de sociologie eigenlijk niet anders
wordt dan een techniek voor sociologisch onderzoek. Waar het
op aan komt is om met de grootste precisie de geijkte aanvaarde
technieken toe te passen en daarmee resultaten te behalen waarbij
niet gevraagd wordt wat de maatschappelijke relevantie daarvan is.
Daarmee kwam een situatie tot stand die ik wel eens gekarakteri
seerd heb met deze woorden, dat de moderne ontwikkelingen van