1 92 Maar zonder bijdrage uit de praktijk kan deze dialoog geen voldoende reëel effect of resultaat hebben. Daarom hoop ik dat de voorbereiding van onze werkgroep heeft kunnen bijdragen tot een begin van ogen-openen en dialoog tijdens deze diskussiedag. Verslag van de N.L.F.-diskussiedag gehouden op 26 januari 1970 te Delft (op schrift gesteld door H. Quee) Om 10.45 uur opent N.L.F.-voorzitter van Wely x) de diskussie dag; hij verwelkomt alle aanwezigen en in het bijzonder de sprekers en de leden van de Werkgroep. Hij noemt het van andere N.L.F.- dagen afwijkende karakter van deze dag; zo is de aanleiding voor deze dag de steeds groeiende maatschappelijke bewustwording ook onder geodeten, en kwam de stoot ertoe voornamelijk uit de studentenwereld. Vandaag wordt een eerste stap gezet tot een algemener gedachtenwisseling dan in Delftse kring. Hij noemt de voorbereiding door de Werkgroep „geodeet in perspektief waar door met open deur doch in kleine kring is gewerkt. Hij geeft het woord aan Te Kronnie als vertegenwoordiger van de werkgroep. (Zie voor de inleiding van Te Kronnie blz. 68 van dit nummer) Van Wely leidt hierna Prof. Hoefnagels in. (Zie blz. 72) Van Wely bedankt Prof. Hoefnagels en stelt voor dat de dis- kussie gaat beginnen ondanks het feit dat het al 12.20 uur is. Hij vestigt de aandacht op de zaalmicrofoons, en vraagt de zaal de diskussie te beginnen. Witvliet: Dames en heren, geachte inleider, met de strekking van het betoog kan ik het bijzonder eens zijn, het heeft mij, die sterk geconcentreerd is op de bedrijfspsychologie, achtergronden gegeven die ik niet eerder gezien had. Maar in één punt kan ik u niet volgen, die aanhaling van Chelsky, dat de mens gedwongen wordt zich aan te passen aan de produktie. De ergonomie probeert juist andersom de instrumenten aan te passen aan de mens. (Witvliet noemt enkele voorbeelden uit de ontwikkeling van de ergonomie, die als uitgangspunt de mens primair stelt. Hij vertelt o.a. uitgebreid over een experiment bij Philips waaraan financieel risico verbonden was. Hij bestrijdt stelling IB3, en wil recht doen aan ergonometrische experimenten, die van een meer universele ethiek getuigen). Hoefnagels: Ik zal de eerste zijn om te erkennen dat er op een aantal punten nogaltja grof is omgesprongen, en te weinig financieel gedacht is. Toch zou ik het op het punt CHELSKY-ergono- metrie met u oneens willen zijn. Een nieuwe ontwikkeling was die waarbij „Human relations" werden gepleegd, waartegen ik niet minder wantrouwen heb dan tegen de rest, omdat het eveneens relaties zijn die het bedrijfsdoel beter dienen. Daarin zit het fun- Aan het eind van dit verslag is ter informatie een volledige lijst van de sprekers tijdens de diskussie opgenomen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1970 | | pagina 32