97 hoef ie niet alles in hoorcolleges te stoppen. Dit zijn alleen maar aanzetten. Verder weet ik er ook weinig van. Witvliet: Ik wil nu aansluiten bij de laatste woorden van Prof. Baarda „de ogen van al deze groeperingen moeten alle even ver geopend zijn". Dat achtte u voorwaarde voor een dialoogvorm zoals u binnen en buiten de Universiteit zou willen zien. Dit nu acht ik toch niet een geheel juiste zienswijze: een dialoog zou nooit mogelijk zijn op die manier tussen de hoogleraar en de student, tussen de hogergeplaatste en de lager geplaatste, immers de op leiding en ervaring tussen de oudere en de jongere verschillen. Ik veronderstel niet dat Prof. Baarda dat bedoelt. Ik heb respect voor hen die zeggen dat ze studenten niet als gesprekspartners kunnen aanvaarden, en niet met schijnoverleg beginnen. Dat is frustrerender dan het werkelijke overleg èh pardon, dan het ontbreken van overleg. Hilariteit (Het voorgaande thema wordt verder vrij uitgebreid uitge sponnen.) En dan wat de stellingen betreftèh, uiteraard kan ik mij niet verenigen met IB3. Ik meen dat de inleiding van de heer te Kronnie daar ook helemaal niet op wijst. Gaan we dus naar de „linker" zijde, IA2, daarin wordt dus een opsomming gegeven, nu moet u wel goed opletten dat dit volgens de juridische termen van Prof. de Haan een enuntiatieve opsom ming is. Als zij limitatief was, zou ik er beslist bezwaar tegen hebben. Er zouden vele onderwerpen toegevoegd kunnen worden, b.v. met name recreatiekunde. Van Wely zal wel precies weten hoe dat heet tegenwoordig. Het is in het H.T.S-onderwijs opgenomen, waarbij ik gelukkig de vrijheid heb om er elk jaar de inhoud aan te geven die op dat ogenblik aan de orde is. Dat is een bijzonder grote vrijheid die men anders verwacht bij het hoger onderwijs maar die door toe vallige omstandigheden, ik zou zeggen in de H.T.S-nieuwe stijl een benijdenswaardige vrijheid geeft. Eveline Beneder-Blitz Ik wou aansluiten bij wat de heer Witvliet zei en bij wat ik bij velen hier in de zaal hoor: Men heeft geen bezwaar tegen stelling IA, maar dat komt omdat die op twee manieren wordt opgevat. De meeste mensen hier in de zaal en in de onderafdeling hebben geen bezwaar tegen het bijvoegen van maatschappijvakken in de opleiding. Als dat er bij komt, ja dat is prachtig, en daar staat langzamerhand iedereen achter. Maar, tenminste naar mijn smaak gaat het er bij IA om dat de hele geodesie benaderd wordt vanuit de hele maatschappij. Dan krijg je een veel fundamentelere aanpak en dan krijg je een goede op leiding en goede geodeten. Martens: Nog meer toegepast, accepteert het bedrijfsleven dit andere soort ingenieurs, er is niemand die IB wil verdedigen en zo is die ook opgevat, daar zijn we natuurlijk ook erg gelukkig mee,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1970 | | pagina 37