io4 Valkenier Kips, die door hun persoonlijkheid en overtuiging enorm bijdroegen tot de vorming van hun studenten.) Wat we nodig hebben, zijn geen blanco figuren, maar mensen waarvan een student weet wat hij eraan heeft, en ervan meedraagt, ook nadat hij zijn ingenieursdiploma heeft. Zo is het met mij gegaan, en met mij een hele generatie uit die tijd. Schuringa: Prof. Schermerhorn, als je nu een hoogleraar hebt die zeer conservatief is, en die er eerlijk voor uitkomt, dan weet ik inderdaad wat ik aan die man heb. Maar je kunt er niets mee beginnen; en dat ik hem mijn hele leven zal herinneren, dat weet ik wel. Gelach in de zaal Schermerhorn: Dat is inderdaad beter dan een man die een lesje opzegt waarvan de waarde morgen en vandaag nul komma niks is. Als hij maar tot een gevecht met u komt. Schuringa: Maar als zo'n man in een positie zit dat hij uit eindelijke beslissingskracht heeft, dan zit je met de brokken. de Graaf: Instrument van manipulatie moeten we uitschakelen, dacht ik. We hebben meer aan een docent die problemen van ver schillende zijden belicht. Martens: Wat koop ik voor een docent wanneer er later nooit meer iets mee gedaan wordt. Te Kronnie: Moeten wij daarvoor docenten hebben vraag ik me af. de belangrijke problemen van nu, waarvoor het materiaal volop aangedragen kan worden. Het moet beslist niet zo zijn, zoals Prof. Schermerhorn zei, dat er vakjes gegeven worden door een afgedankte minister. Dan kun je deze vakken veel beter niet hebben. En over die politici: de eigenlijke politici zijn wij allemaal, en uiteindelijk verantwoordelijk zijn wij allemaal. Witvliet Mijnheer de voorzitter, mag ik even wat in het midden brengen, ik doe het wel met huivering, wegens de grote verdienste van Prof. Schermerhorn, maar ik kan het bepaald niet met hem eens zijn. Ik heb aan verschillende hogeronderwijsinstellingen gestudeerd, en heb daar machtposities meegemaakt op geestelijk terrein Het gevaar bestaat dat hoogleraren autoritaire figuren zijn met macht door bv. examens. Op een Volkshogeschool waar ik naar toe ga, zijn werkdagen van 17 uur, discussies die doorgaan op de slaapzalen. Deze studenten staan hier voor het eerst voor dergelijke dis cussies, en ik ben het eens met de heer Lopes dat dat beter niet in Rijkstij d kan gebeuren. De tijd van ,,ex-cathedra" is volkomen voorbij Discussiegroepen van 10 a 12 mensen waar ook de mensen met minder ervaring naar voren kunnen komen, dat noem ik de „nieu were vorm". Dat is een aardige overgangsvorm, ik hoop alleen dat in de toekomstige vormen van Prof. Baarda kleinere kringen komen. De vormen van overdracht waarin wij zijn grootgebracht mijnheer Lopes, zijn achter de tijd. Futurologisch gezien zult u

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1970 | | pagina 44