io8 worden. Ik dacht dat hetgeen op blz. 6 punt VI genoemd wordt, de nascholing, daar heb ik voorkeur voor. Vooral omdat de ont wikkeling van de maatschappij zo snel is, dat een nascholing geënt moet worden op wat dan in de praktijk gaande is. Houtenbos: Nu het einde bijna in zicht is, Lopes Het begint pas Van Wely: U krijgt gelegenheid tot nakaarten, mijnheer Lopes. Houtenbos Nu het einde bijna in zicht is, moet het mij toch van het hart, dat de geodeet verrekte weinig perspektief heeft, zeker de studerende. Dat is mij nl. niet alleen gebleken uit het dragen van dassen door de hele gemeenschap hier, maar ook uit het zwijgen van het bestuur van de Onderafdeling. Schuringa: Nog even een kort punt om ook een praktisch gevolg aan deze vergadering te geven, èh er is iemand van de H.T.S. geweest die heeft over die toestand gepraat. Nu blijkt er van de topleiding van de H.T.S. niemand aanwezig te zijn. Dat is een èh een kwalijk iets. Bovendien hebben we gehoord dat de toestand daar nog een ontzettend stuk achterloopt dan bij ons. Ze zijn er misschien wat eerlijker Daarom willen wij nu voorstellen dat dit congres een uitspraak doet en deze richt aan het bestuur van de H.T.S. Ik dacht, we wel enige steun moeten geven aan de studenten die het daar erg moeilijk hebben wegens het helemaal niet tolerante milieu. Daarom wil ik deze motie voorlezen: MOTIE„Het Congres spreekt als zijn mening uit: ie. Dat het het betreurt dat de topleiding van de H.T.S. Utrecht afdeling Landmeten afwezig is. Het vraagt zich af of dit niet een symptoom is van de autoritaire houding die dit bestuur kenmerkt. Ontsteltenis en vrolijkheid 2e. Het dringt er ten sterkste bij het bestuur op aan om een dis cussie in de H.T.S. op gang te brengen over de problematiek zoals die op deze discussiedag is besproken. Temeer omdat gezien de grote opkomst van de kant van de H.T.S.- studenten deze problematiek hen wel interesseert". Ik wou dit graag in stemming brengen. Van Wely: Dank u welDan vergist u zich in de bedoeling van deze discussiedag. Wij hebben hiervoor niet speciaal mensen uitgenodigd, ook niet de leiding van de HTS. Wij zijn nog niet zo ver dat we hierin bepaalde groepen als groep betrekken. Hier mee ontraad ik dus ten stelligste het indienen van een dergelijke motie. de Graaf: Neem me niet kwalijk, maar kunt u deze uitspraak niet aan het congres zelf overlaten Applaus Schuringa: Ik dacht dat je het deze mensen wèl kon kwalijk

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1970 | | pagina 48