143
onteigening kan worden overgegaan, zonder dat eerst een ont
eigeningsplan ter visie moet worden gelegd.
Vereist is dan wel, dat het bestemmingsplan duidelijk aangeeft,
welke onderdelen van het plan voor onmiddellijke realisering in
aanmerking komen. Daartoe wordt een wijziging voorgesteld in
de Wet op de Ruimtelijke ordening. Wijst een bestemmingsplan
op grond daarvan de onderdelen aan die in de naaste toekomst
verwerkelijkt moeten worden, dan is het niet nodig die vraag bij
de administratieve onteigeningsprocedure nog eens te bezien.
Voor deze aanwijzing komt alleen in aanmerking grond, waarvan
het gebruik afwijkt van de bestemming welke het plan daaraan
geeft. Ook deze mogelijkheid waarvan de gemeente overigens
geen gebruik hoeft te maken zal een behoorlijke tijdwinst kunnen
opleveren, zonder dat aan de belangen van de burgers te kort
wordt gedaan. Met die belangen wordt al terdege rekening gehou
den bij het vaststellen van het bestemmingsplan.
De voornaamste wijziging in de gerechtelijke procedure heeft
ten doel de mogelijkheid te openen dat al in een vroeg stadium,
voordat de rechtbank over de verschuldigde schadeloosstelling
uitspraak heeft gedaan, de eigendom van het ter onteigening
aangewezen goed overgaat op de onteigenende overheid. De over
heid kan namelijk bij de dagvaarding een vervroegde uitspraak
over de onteigening vorderen. Zodra dat vervroegde onteigenings-
vonnis gewezen is, kan de onteigenende partij het goed doen
overschrijven in de openbare registers en aldus de eigendom van
het te onteigenen goed krijgen. Voorwaarde is hierbij wel, dat de
overheid aan de burger een belangrijk voorschot op de achteraf
definitief toe te kennen schadevergoeding heeft uitbetaald. Dat
voorschot wordt door de rechtbank vastgesteld. Zijn partijen het
eens over de hoogte van het voorschot, dan conformeert de rechter
zich daaraan. Zijn ze het niet eens, dan bepaalt de rechter het
voorschot op 90% van het bedrag, dat de onteigenaar als schade
loosstelling aanbiedt. De praktijk wijst namelijk uit, dat de ont
eigenende overheid zeer wel in staat is een redelijk aanbod te doen.
Ingeval het aanbod kennelijk onvoldoende is, kan de wederpartij
verhoging van het voorschot aan de rechter vragen.
De nieuwe regeling omtrent de vervroegde uitspraak over de
onteigening zal voor alle betrokkenen een aanmerkelijke verbetering
zijn, vergeleken met de bestaande mogelijkheid van voorlopige
inbezitneming, die immers ten uitvoer kan worden gelegd zonder
enig voorschot op de schadeloosstelling.
De voornaamste voordelen van de nieuwe regeling zijn:
de burger krijgt aanstonds een geldbedrag in handen;
de overheid krijgt nu eerder de eigendom en kan met het oog
op uit te voeren bebouwing hypothecair crediet op de voor
onteigening aangewezen grond krijgen;