149
opgenomen. De struktuur van de overheid speelt bij uitvoering van
ruimtelijke ordening een overwegende rol. Omdat in beide landen
voorstellen zijn gedaan om de bestaande overheidsstruktuur te wij
zigen is ook hieraan de nodige aandacht besteed.
In Engeland werd in 1968 een nieuwe „Town and Country Plan
ning Act" (vergelijkbaar met onze Wet op de Ruimtelijke Ordening)
van kracht. Deze voor Nederland bizonder interessante wet wordt
vanwege zijn revolutionaire karakter in gedeelten ingevoerd.
Hierbij heeft het „Structure plan" dat veel overeenkomst vertoont
met ons struktuurplan de zwaarste rechtskracht en behoeft daarom
goedkeuring van de Minister of Housing and Local Government,
terwijl de detaillering middels „Action area plans" een zaak is van de
lagere planningsautoriteiten. De wetgeving die voor 1968 van kracht
was legde juist nadruk, wat betreft de goedkeuring, op de gedetail
leerde plans, wat een flexibele planning vrijwel onmogelijk maakte.
De nieuwe wet legaliseert bovendien de inspraak van de betrokken
instanties en burgers.
Door deze „public participation" in de voorbereidingsfase hoopt
men het aantal bezwaarschriften achteraf tot een minimum te
beperken.
De sanering en rekonstruktie van steden werd in Engeland al in
een vroeg stadium aangepakt. Niettemin ligt hier nog een enorm
probleem. Men werkt veel met ontwikkelingsmaatschappijen waarbij
de overheid deelneemt in de exploitatie.
Het laatste gedeelte van de skriptie is gewijd aan de „Land Com
mission", een instantie die vergelijkbaar zou zijn met een landelijk
grondbedrijf op regionale basis. De Land Commission heeft een twee
ledig doel namelijk
1) het innen van een belasting op de meerwaarde die ontstaat door
bestemmingsverandering als gevolg van ruimtelijke ordening en
2) de instelling van een grondbank, waardoor het mogelijk zou
moeten worden altijd gronden ter beschikking te hebben wanneer
die voor enigerlei vorm van ruimtelijke ordening nodig zijn.
Ondanks de ambitieuze opzet zijn de ervaringen met de Land
Commission, die grote bevoegdheden heeft ten aanzien van de ver
werving van gronden, niet zo goed. Men wijt dit aan de impopulari
teit van onteigening in Engeland en aan de ondanks de afroming van
meerwaarde voortschrijdende grondprijsstijgingen.
Nederlandse vereniging voor fotogrammetrie
Jaarverslag 1968-1969
uitgebracht op de algemene ledenvergadering op 12 december 1969 te Utrecht.
De vereniging telt thans 207 leden, waaronder 21 firmaleden. Aan het einde
van het vorige verenigingsjaar bedroeg het ledental 214.