Ir. W. J. F. KRIETEMEIJER Computer en plotter als hulpmiddel voor schaal verkleining van kaarten Het proces van de objectieve generalisatie kan men zich op de volgende wijze voorstellen. Bij fotografische verkleining van een gedetailleerde tekening zullen de kleinste details zich gaan verliezen in de korrelstructuur van de fotografische emulsie. Worden na verkleining alle lijnen der tekening verbreed tot de oorspronkelijke lijndikte, dan gaan wederom details verloren. Een dergelijk proces kan door middel van een computerpro gramma gesimuleerd worden. De stellers van bovengenoemd artikel hebben getracht een dergelijk programma te ontwerpen. Zij hebben daarbij terecht als voorwaarde gesteld, dat een objectieve generalisatie alleen mogelijk is als uitgegaan wordt van de gegevens, die geleid hebben tot de basiskaartering, of van gegevens, afgeleid van de basiskaartering op hetzelfde niveau, waarbij het computerprogramma deze gegevens in gedigitaliseerde vorm krijgt aangeboden. In de oplossing van het eigenlijke generalisatieprobleem zijn zij echter niet geslaagd, daar zij deze gezocht hebben in het middelen van een betrekkelijk willekeurig aantal opéénvolgende koördinaten- paren. De belangstellende lezer zou de conclusies op blz. 330, zonder kennisname van de experimenten, direct hebben kunnen voor spellen. Het is mogelijk een computerprogrammaserie te ontwerpen, die de door stellers genoemde „uitdunning van punten" volkomen objectief op selectieve wijze bewerkstelligt, door verwaarlozing van die details die binnen de teken-nauwkeurigheid der gebruikte plotter liggen, en wel voor iedere willekeurige schaal. In het hierna volgende zal een ruwe schets hiervoor worden gegeven. De invoer voor een dergelijke programmaserie bestaat in zijn eenvoudigste vorm uit een bestand van koördinatenparen, ieder paar voorafgegaan door een puntnummer en gevolgd door een één-positiecode. Deze code heeft twee (willekeurig te kiezen) waarden: „pen op" of „pen neer". De punten zijn genummerd in de volgorde waarin zij getekend moeten worden. Alle punten hebben in principe de code „pen neer", ieder laatste punt van iedere afzon derlijke figuur heeft de code „pen op". In het door stellers gebruikte voorbeeld kan de puntnummering verzorgd worden door het programma van de „Haromat", evenals het toekennen van de code „pen neer". De code „pen op" kan lig Hoofdingenieur, Ministerie van Financiën, Bureau Ontwikkeling Automati sering van de Directie Organisatie van de Belastingdienst: Reactie op het artikel in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, 85e jaargang, blz. 325.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1970 | | pagina 3