i95
De voorzitter antwoordt dat deze zaak in het genoemde overleg is besproken
en ook met Prof. Roelofs. Oorspronkelijk is gedacht aan het uitbrengen van
een proeve voor een geheel nieuw tijdschrift en daaraan een enquête te
verbinden. Dit bleek echter zeer kostbaar te zijn en bovendien organisatorisch
moeilijk uitvoerbaar. Er is toen besloten de enquête niet te houden en de
hiervoor geschilderde beleidslijn te volgen. De verwezenlijking van één land
meetkundig tijdschrift zal later wellicht aan de orde komen. Nu vormt de
huidige organisatievorm van het verenigingsleven daartoe nog een beletsel.
De heer Van Roermond (Top. Dienst), onderscheidt in volgorde 3 fasen
de verenigingsstruktuur, het Tijdschrift en wijziging in de redaktie van het
Tijdschrift. Hij geeft er de voorkeur aan eerst de nieuwe vereniging in te
stellen en daarna pas het Tijdschrift te bezien.
De voorzitter merkt op dat met het bestuur van het N.G.L. is gesproken
over de mogelijkheid van één Tijdschrift. Dit bleek niet haalbaar. Tijdens de
vorige huishoudelijke vergadering van de N.L.F. is aangedrongen op ver
nieuwing van het Tijdschrift voor K. en L. Het bestuur heeft hier gevolg
aan gegeven en we zijn nu al een flink eind gevorderd. Hierbij moet ook
bedacht worden dat de leden van nu dezelfde zijn als die van de nieuwe
ingenieursvereniging.
De heer Van Gent merkt op dat in 1947, bij de overdracht van het Tijd
schrift aan de N.L.F., ook een redaktieraad is ingesteld die echter nooit goed
heeft gefunktioneerd. Wellicht zou het aanbeveling verdienen die raad,
uiteraard na het aanbrengen van noodzakelijke vervangingen, te doen her
leven.
De voorzitter acht het beter met een nieuwe opzet te beginnen en de zaak nu
beter te reglementeren.
Vervolgens verklaart de vergadering zich akkoord met de voorstellen van
het bestuur, waarna de nieuwe redaktie bij akklamatie wordt gekozen.
Bij de rondvraag stelt de heer Martens vast dat veel mensen niet gelukkig
zijn met een ingenieursvereniging. Hij vraagt hoe degenen die niet voor een
ingenieursvereniging zijn, zullen worden opgevangen en hoe het zal gaan
met de juniorleden.
De voorzitter hoopt dat allen lid zullen worden van de nieuwe vereniging,
die hij persoonlijk blijft zien als een fase in een verdere ontwikkeling. Voor de
juniorleden zal zeker een oplossing worden gevonden.
De heer Ligterink merkt hierbij op dat de junioren altijd welkom zijn bij
de Vereniging voor Fotogrammetrie.
De voorzitter zegt te hopen dat dit niet de enige escape wordt voor de
juniorleden.
De heer Hey meent te weten dat op de laatste vergadering van de Ver.
voor K. en L. duidelijk is gesteld dat niet van een fase in een verdere ont
wikkeling kan worden gesproken.
De voorzitter beaamt dat en benadrukt nog eens dat dit zijn persoonlijke
mening is.
De voorzitter sluit hierna de vergadering te 16.30 uur.
De secretaris,
Ir. D. van der Wulp.