213 Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het Ger maanse beginsel van de openbaarheid nl. in aanwezigheid van de stam- of dinggenoten en de onbeperktheid van de zakelijke rechten, mits maar in het openbaar geïnstitueerd, werd verdrongen door het Romeinse beginsel. Hierbij was de wil tot overdracht vol doende. Voorts was er een meer limitatieve opsomming van de zakelijke rechten. De tegenstelling komt mooi tot uitdrukking in het Duits Burgerlijk Wetboek dat t.a.v. het grondtransport Ger- maansrechtelijk is georiënteerd ofschoon de samenstellers terug wilden naar de zuiver Romeinse rechtsbeginselen. Maar grondbezit betekent wat in Duitsland. Men kon de „subtilitates" niet on gedaan maken. De Code Civil is meer Romeinsrechtelijk geïnfecteerd, althans wat de betekenis van de grond en de rechten daarop betreft. Het sprak de revolutionairen en de sansculotten meer aan. Grondbezit mocht geen recht tot privileges geven. Een historisch onderzoek levert wel als resultaat, dat de door het gerecht gearchiveerde oorkonden de eerste openbare registers vormden. De klappers hierop waren in sommige gedeelten van ons land (Gelderland) de erveboeken, welke ook benut werden voor belastingdoeleinden. Hiervan zijn wel te onderscheiden de zuivere fiscale maat- en schotboeken. De tegenwoordige kadastrale legger is een soort bastaard en komt zowel voort uit het erveboek als uit het schotboek. In de 18e eeuw moesten de overdrachten van vast goed (gerechtelijke transporten) en schuldbekentenissen met onderzetting van vast goed (hypotheek) worden geregistreerd voor de lands- ambts- of gerechtsschrijver, welke functionaris is te vergelijken met een hypotheekbewaarder en niet, zoals ten onrechte wordt beweerd, met de huidige notaris. Voor elk kerspel worden af zonderlijke registers bijgehouden, die werden aangeduid als ,,sig- naten". De registratuur bleek uit de ambtelijke verklaringen (relazen), welke de landsschrijver op het stuk stelde. Bij de uit voering van de Franse wetgeving in 1811 zijn deze signaten over gebracht naar de Griffies van de rechtbanken. De periode van 1811 tot 1 januari 1812 Van groot belang is voor ons zakenrecht, waaronder het hypo theekrecht en eigenlijk voor ons gehele burgerlijk recht, de ont wikkeling in Frankrijk geweest. De Franse overheersing heeft een einde gemaakt aan het zelfbestuur van de verschillende Neder landse gewesten en de decentralisatie op het gebied van wetgeving. Van het Germaanse beginsel van openbaarheid was in het Franse recht niet veel te vinden. Een stringente verplichting tot over schrijving van akten en inschrijving van hypotheken kende men niet. Alleen bij schenking en bij zuivering van hypotheek had insinuatie (betekening) plaats. Teneinde een adspirant-koper voor onaangename verrassingen te behoeden, vanwege zijn onbekendheid

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1970 | | pagina 15