Jaarverslagen 1969
Dienst van Kadaster en Hypotheken
In het laatste jaarverslag van de oude Dienst van Kadaster en
Hypotheken wordt op verschillende plaatsen aandacht besteed aan
ontwikkelingen zowel op organisatorisch als technisch gebied.
De zelfstandigheid van de Kadastrale Dienst is inmiddels een feit
geworden. Tevens is een begin gemaakt met het aangekondigde
onderzoek naar de mogelijkheid van een betere coördinatie of andere
organisatie van landmeetkundig werk verricht door verschillende
rijksdiensten.
In 1969 is een deskundige van de Directie Organisatie van de
Belastingdienst belast met een onderzoek naar de toepasbaarheid
van automatisering van de kadastrale en hypothecaire boekhouding.
Een rapport wordt in de loop van 1970 tegemoet gezien. In verband
hiermede is van een nader onderzoek ten aanzien van de aanpassing
en uitbreiding van een proef met een kadastrale boekhouding in
kaartsysteem (het zgn. systeem-Joosten) voorlopig afgezien.
De personeelssituatie is niet rooskleurig. Op de bewaringen bestaat
een tekort aan geroutineerde vakkrachten, waardoor de vlotte af
wikkeling van de te verwerken stroom gegevens nadelig wordt be-
invloed. Ook de Fotogrammetrische Dienst kampt in verband met
de verplaatsing naar Apeldoorn met personeelstekorten.
Bij het landmeetkundig werk worden thans opnemers ingeschakeld,
uit de landmeetassistenten gerecruteerde ambtenaren die een op
leiding krijgen voor het uitvoeren van eenvoudige terreinwerkzaam
heden. De proef met deze opnemers is geslaagd; verwacht mag
worden dat het aantal in de toekomst zal worden uitgebreid.
Er zal een net van ongeveer 4000 hoofdpunten worden samen
gesteld, dat zal worden vastgelegd op kaarten 150000 en in co-
ordinatenlijsten. De gegevens zullen tegen betaling aan derden
worden verstrekt.
Ter vereenvoudiging van de landmeetkundige berekeningen is de
oorsprong van het coördinatenstelsel van de Rijksdriehoeksmeting zo
danig verschoven, dat alle punten in het eerste kwadrant liggen.
De Bijhoudingsdienst van de Rijksdriehoeksmeting heeft in het
verslagjaar een aantal primaire metingen uitgevoerd en assistentie
verleend bij een nieuwe lengtebepaling op de interferentiebasis
Loenermark. Aangekondigd wordt een meting ten behoeve van het
internationale satellietennet. Er zullen met de tellurometer af
standen worden bepaald in de veelhoekstrek Ukkel-Ypenburg en
astronomische metingen worden verricht.
De tweede-ordemetingen van het net der Rijksdriehoeksmeting
werden in 1969 voortgezet. Met het Centraal Teken- en Opleidings
bureau en de Fotogrammetrische Dienst werden plannen uitgewerkt
voor de toekomstige opbouw, nummering en afbeelding van het
puntennet.
223