In memoriam J. J. Gorter Op io mei 1970 overleed na een kort ziekbed op 78-jarige leeftijd de oud-ingenieur-verificateur van het Kadaster, hoofd van de Ruil- verkavelingsdienst, Jan Jacob Gorter. Aan het verzoek van de redactie van dit tijsdchrift een bijdrage te leveren te zijner nagedachtenis wil ik gaarne gevolg geven. Op 1 mei 1912 trad Gorter als adspirant-landmeter in dienst van het Kadaster. In 1917 volgde zijn benoeming tot landmeter van het Kadaster. Als zodanig was hij gedurende 7 jaar werkzaam te Rotterdam. Zijn ruilverkavelingsloopbaan begon in 1925. In 1924 was de eerste Ruilverkavelingswet in Nederland tot stand gekomen. Op voorstel van de ingenieur-verificateur van het Kadaster J. F. A. van Riessen, lid van de centrale commissie voor ruil verkaveling, besloot de Minister van Financiën twee landmeters van het Kadaster voor een half jaar naar Duitsland te zenden voor het opdoen van ervaring bij de ruilverkaveling, omdat volgens voor noemde wet een landmeter van het Kadaster de plaatselijke com missie voor ruilverkaveling bijstand diende te verlenen. Die beide landmeters waren J. J. Gorter en O. J. Jonas. In het najaar van 1925 konden zij met kennis van zaken en vol jeugdig enthousiasme hun werk bij de in Nederland zo hoog nodige ruilverkavelingen beginnen. Achtereenvolgens verleende J. J. Gorter bijstand aan de plaatse lijke commissies van de ruilverkavelingen Nieuwleusen, De Bleeken, Wanroysche Peel, Exloërveen, Urk, Staphorst en Eemnesser Polders. Uitstekend werk verrichtte hij bij de zeer gecompliceerde ruil verkaveling, annex aanleg van een rijksautoweg door de bouw landen van Staphorst en zijn benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau was een Koninklijk blijk van waardering daarvoor. In zijn eigen werkobjecten gaf hij reeds blijk een open oog te hebben voor het belang van een goede planning, een weloverwogen organisatie en gebruikmaking van nieuwe werkmethoden zoals fotogrammetrie. 225

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1970 | | pagina 27