dat hij de werkelijke eigenaar is. Men is evenwel slechts eigenaar, inzoverre men zich als eigenaar kan laten gelden en doet gelden. De „ware" eigenaar kan wel in een hoekje gaan zitten mokken, maar dat brengt hem niet ver. De wetgever gaat, zoals reeds opgemerkt, op vele plaatsen van de fictie uit dat deze „kadastrale eigenaar de „werkelijke" eigenaar is en de tendens is aanwezig, dat degene die zich als zodanig openlijk aandient in de toekomst meer bescher ming (erkenning) krijgt. Met Eggens kan gezegd worden, dat men altijd slechts „betrekkelijk" eigenaar is. Het is de vrucht van een te absolutistisch denken om „de" eigenaar te willen zoeken. Zelfs de rechter, ingevolge art. 2 van de Wet op de Rechterlijke Organi satie daartoe geroepen, heeft niet uit te maken of iemand „de eigenaar is, maar of hij als eigenaar heeft te gelden tegenover zijn wederpartij in het proces. Het vonnis kan nimmer luiden dat eiser „de" eigenaar tegenover iedereen is, maar alleen in zijn relatie tot gedaagde. Immers eiser en gedaagde bepalen de omvang van het proces, zodat slechts hun rechten en verplichtingen tegen over elkaar komen te staan en worden vastgesteld. Vraag 3: Kan men zonder meer op de kadastrale legger afgaan, wanneer men tot aankoop van een stuk grond overgaat Antw.Geen macht ter wereld kan dit verbieden. Ieder mag aan de aantekeningen zoveel waarde hechten als hij in zijn positie nuttig acht. De hoge en lage overheid hebben daarop o.a. hun belastingstelsels gebaseerd en tot op heden heeft dit tot weinig woelingen in den lande aanleiding gegeven. Uiteraard loopt men risico. Een titelonderzoek geeft meer dekking. Als belangstellende kan men dan bij het notariaat niet terecht, wel als belanghebbende, derhalve als potentiële verkrijger, gebaseerd op een reeds gesloten voorlopig koopcontract. Voor belangstellenden blijft practisch ge sproken alleen over een titelonderzoek op het Hypotheekkantoor. De Staat gaat bij aankopen tot 30 jaar terug en denkt dan veilig te zijn. Maar de extinctieve verjaring bij een ontbindende voorwaarde werkt eerst nadat de voorwaarde in vervulling is gegaan. Volledige zekerheid is nimmer te bieden. De bewering echter dat de kadastrale legger privaatrechtelijk waardeloos is, moet in z'n algemeenheid als te boud worden gekwalificeerd. Ook dan gaat men de zaken te absoluut stellen. Het recht, een samenstel van regels voor de uiterlijke gedragingen der mensen, is zo omvangrijk en verscheiden, dat er altijd behoefte is gevoeld hierin enige systematiek te ont dekken. Dankbaar werd de indeling uit het Romeinse recht in publiek- en privaatrecht overgenomen. Deze onderscheiding werd reeds gemaakt door de Romeinse jurist Ulpianus. Toch moeten we oppassen niet het slachtoffer te worden van deze indeling. Door coüte que coüte alles onder te brengen in één van deze beide deel gebieden van de rechtsordening maken we iedere rechtsverhouding, ieder recht tot een dode abstractie. Bovendien is de grenslijn tussen beide gebieden aan verschuiving onderhevig. In het algemeen kan 206

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1970 | | pagina 8