die aan commissie 3 (bibliografie), terwijl binnen afzienbare tijd Polen de leiding zal hebben van commissie 6. Dr. Ewald wekte de collega's van achter het „ijzeren gordijn", dat mij geodetisch als een nylon vitrage voorkwam, op tot deelname aan het congres in Wiesbaden volgend jaar. Het tweede referaat werd gehouden door Dr. Ing. Miroslav Herda uit Tsjechoslowakije over het onderwerp „Bautoleranzen und die Genauigkeit der Absteckarbeiten". Behalve open discussie, waarvan betrekkelijk weinig gebruik werd gemaakt, was er na elke voordracht in de eerste plaats een vooraf geplande en voorbereide „discussie". Elk voor het symposium mede-verantwoordelijk land kreeg de gelegenheid zijn visie op het geponeerde te geven. Meestal bestond dit meer uit een nadere toelichting en ondersteuning, dan uit een vraagstelling of aanval op het behandelde. Aan het eind van zijn verhaal verwijst Herda naar 30 publikaties op het gebied van het door hem besproken onderwerp. De derde voordracht werd gehouden door Dr. Ing. Kazimierz Bramorski, docent aan de leerstoel voor „Ingenieur-Industrie-Geo- dasie" van de T.H. te Warschau, die een overzicht gaf over eigen onderzoekresultaten en nieuwe methoden op het gebied van de landmeetkunde voor civiel-technische doeleinden. Spreker behandelt daarbij o.m. de onderzoekingen betreffende toepassing van terrestrische fotogrammetrie bij deformatiemetingen. Het laatste hoofdreferaat werd gehouden door Dr. Müller uit de Deutsche Demokratische Republik. Het onderwerp was: „Die An- wendung ingenieurgeodatischer Arbeitsverfahren zur Entwicklung der sozialistischen Wirtschaft". Door persoonlijke omstandigheden ben ik niet in de gelegenheid geweest deze voordracht aan te horen. Als „presented paper" was door Prof. jANKOVié uit Zagreb in geleverd het rapport „Ingenieur-Geodasie bei der Ausführung von Wasserkraftwerken und Meliorationen in Jugoslawien". Voor belangstellenden zij vermeld dat de hier genoemde rapporten zijn opgenomen in de Bibliotheek van de Nederlandse Landmeet kundige Federatie. In het „Huis der Techniek", waar het symposium plaats vond, was nog een kleine tentoonstelling ingericht, waar in hoofdzaak bij landmeetkundige instellingen zelf vervaardigde, vaak interessante meetwerktuigen voor de „Ingenieurgeodasie" werden getoond. In de avonduren werd voor de nodige verstrooing gezord. Zo werd de deelnemers aan het symposium een voorstelling van de operette „Der Zigeunerbaron" aangeboden; opvoerenden waren leden van het Staatsoperette-gezelschap van Warschau. Op een andere avond was er een ontvangst georganiseerd ten stadhuize, waar de burge meester van Warschau een vriendelijke toespraak hield en zijn gasten zeer royaal onthaalde. Een kleine oneffenheid in de organi satie betrof de rondrit per autobus ter bezichtiging van Warschau, die zo laat op de namiddag aanving, dat deze goeddeels bij kunstlicht verliep. Toen men enkele maanden tevoren het programma op- 270

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1970 | | pagina 36