279
i. Opening.
De voorzitter, Ir. W. van Berk, opent de vergadering om 13.50 uur en
heet allen van harte welkom op het Openbaar Gedeelte van de 'Algemene
Vergadering en richt een bijzonder woord van welkom tot Ir. M. J. te Nuyl,
de eerst benoemde direkteur van de Dienst van het Kadaster en de Openbare
Registers.
In verband met de in de ochtend gehouden gemeenschappelijke vergadering
met de Vereniging van Civiel-Landmeters en Geodetisch Ingenieurs wordt
het openbaar gedeelte thans voorafgaand aan het huishoudelijk gedeelte
gehouden.
De voorzitter wijst er op, dat als besloten wordt tot wijziging van de sta
tuten en het huishoudelijk reglement, deze situatie zich niet meer zal voor
doen, omdat het openbaar gedeelte van onze vergadering komt te vervallen.
Hierna nodigt hij de vergadering uit met hem te willen gedenken de leden,
buitengewone leden en oud-collega's, die sinds de vorige Algemene Ver
gadering zijn overleden:
W. Dogterom, L. J. Ragut, L. Th. A. Jacobs en de oud I.V.'s W. Joosten
en J. J. Gorter.
Aan hen worden enige ogenblikken van stilte gewijd.
Hierna richt de voorzitter zijn gelukwensen tot de collega's Smit en Docters
van Leeuwen, die beiden tot Officier in de Orde van O.N. werden benoemd.
De voorzitter brengt de twee brandpunten van het verenigingsjaar in
herinnering, n.l. de herstrukturering van de kadastrale dienst en de vereni-
gingsstruktuur.
Ten aanzien van de herstrukturering van de kadastrale dienst acht hij
een sinds jaren bij onze vereniging levende wens vervuld en heeft hij goede
hoop dat in de naaste toekomst nog enkele verdergaande wensen inzake
de organisatie van het dienstvak in vervulling zullen gaan, nu door het
Ministerie een opdracht voor een organisatie-onderzoek is verstrekt aan het
Raadgevend Efficiëncybureau Bosboom en Hegener in combinatie met het
Bureau Berenschot.
Het bestuur is zeer ingenomen met het feit, dat in het eerste deel van de
verstrekte opdracht is gesteld dat de Dienst van het Kadaster en de Open
bare Registers niet in elk geval tot het Ministerie van Financiën moet blijven
behoren.
De voorzitter brengt de door de leden van de vereniging verleende bijdragen
aan de door ons lid Ir. Moor op gang gebrachte diskussie aangaande enkele
technisch-kadastrale aspekten van het in 1963 door de Staatscommissie inzake
het Kadaster ingediende rapport ter sprake. De reacties van de leden zijn
gepubliceerd in het Orgaan nr. 73.
Ten aanzien van de verenigingsstruktuur deelt hij mede, dat de terzake
genomen besluiten van de vorige Algemene Vergadering zijn uitgewerkt in
overleg met het bestuur van de Vereniging van Civiel-Landmeters en Geo
detisch Ingenieurs. De nieuw opgerichte vereniging zal, indien in deze ver
gadering daartoe de besluiten worden genomen, een deel van de taken van de
N.L.F. en de Ver. voor K. en L. overnemen.
De aktiviteiten van onze vereniging zullen zich dan beperken tot de be
hartiging van de persoonlijke belangen van haar leden en de belangen van het
Dienstvak van het Kadaster en de Openbare Registers.
Hoewel het bestuur van mening is, dat de voorgestelde reorganisatie van
de vereniging nodig is voor de verdere uitbouw van de geodesie, betreurt
het evenwel het daarmee gepaard gaande vertrek van de buitengewone leden
uit onze vereniging.
De voorzitter brengt naar voren dat de buitengewone leden in een lange
periode kleur hebben gegeven aan de Vereniging voor Kadaster en Land
meetkunde, hetgeen vooral tot uiting kwam in het Openbaar Gedeelte van de
vergadering, een gedeelte waarvan slechts node afscheid wordt genomen.
Hij hoopt dat de invloed van de buitengewone leden als gewone leden van
de nieuwe vereniging duidelijk merkbaar zal zijn.
Hierna verklaart de voorzitter het Openbaar Gedeelte voor geopend.