schiedt dit door de ons zo bekende triangulaties en graad metingen, met gebruik van vaste richtpunten, star verbonden aan het aardoppervlak De enige bewegende richtpunten, maar dan toch met een ge ringe hoeksnelheid, zijn sterren en zon, die men gebruikt om de triangulaties aan te vullen met astronomische lengte-, breedte- en azimutsbepalingen. Bij de ruimtelijke triangulatie daarentegen gebruikt men snel bewegende richtpunten, welke een speciale waarnemingstech niek vereisen. Enige voorlopers van deze ruimtelijke triangu latie waren de „fakkeltriangulatie" en de „stellar triangulation", welke laatste door Prof. VAiSALAin Finland werd geintroduceerd. Over de speciale waamemingstechniek voor bewegende richt punten zal Ir. Poelstra spreken. De andere wijze, waarop men in de geodesie van kunstmanen ge bruik maakt noemt men meestal: 2e. De dynamische wijze: Zoals reeds gezegd bestaat er een nauwe relatie tussen het zwaar- tekrachtsveld van de aarde en de banen van kunstmanen. Had de aarde een bolvorm en een homogene massaverdeling dan zou de kunstmaan een ellipsvormige baan beschrijven met het middel punt van de aardbol in één harer brandpunten. Echter de afwijking van de bolvorm, in het bijzonder de afplatting, en de inhomo- geniteit van de massa veroorzaken een voortdurende ver andering van de stand van de ellips t.o.v. de aarde en ook in haar eigen vlak. De hemelmechanica en de potentiaaltheorie geven ons nu de gelegenheid om deze gegevens op wiskundige wijze met elkaar in verband te brengen en aldus gegevens te ver krijgen over de vorm van de equipotentiaaloppervlakken, welke de aarde omringen, waarbij vooral de geoïde het equipoten- tiaaloppervlak op zeeniveau tot heden toe in de bijzondere belangstelling van de geodeet heeft gestaan. Over dit „dyna misch" gebruik van satellieten zal Ir. Aardoom spreken. In zekere zin is de bepaling van vorm en afmetingen van de aarde met behulp van satellieten niet nieuw. De natuurlijke satelliet van de aarde de maan verschafte reeds lang gegevens om trent de halve lange as, de afplatting en de massa van de aarde. Maar de kunstmanen verschaffen in dit opzicht veel meer mogelijk heden. Door hun snelle omlooptijd (enkele uren in plaats van 27 dagen) kan men veel frequenter de omlooptijd en in het bijzonder de variaties in baanelementen waarnemen. Een verder voordeel is de geringe ten opzichte van de aarde verwaarloosbare massa van een kunstmaan. In de dynamica van het 241 Men zou kunnen spreken van „oppervlaktetriangulatie" in tegenstelling tot de eerder genoemde,,ruimtelijke tirangulatie".

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1970 | | pagina 7