51 Dit is voor Nederland juist, maar voor Nederlandsch- lndië niet. Is het terrein vrij van locale attractie - en dit is uit de azimuths heen en terug voldoende te controleeren -, dan is de boussole in lndië het instrument bij uitnemendheid voor polygoonmeting in bosschen, waar de zijden derhalve kort zijn en waar eerst om de zooveel kilometer aansluiting kan worden verkregen, hetzij op een trigonometrisch bepaalde richting of op een astronomisch bepaald azimuth (meestal op de zon). De lineaire sluitfouten der gesloten veelhoeken in zulk terrein met goede theodoliet-boussoles en den afstandmeter verkregen bij de opmeting der Pamanoekan- en Tjiasem- landen, geven daarvan een schitterend bewijs. De ijzerhoudendheid van een drievoet onderzoekt men het best met behulp van een theodoliet-boussole of tran- chemontagne, die niet ijzerhoudend is gebleken. Plaatst die op de te onderzoeken drievoet Fig. 6. en leest daarmede het bous- sole-azimuth van de proeflijn zeer scherp (eenige malen) af. Daarna verdraait men den drie voet zoodanig, dat de voet A achtereenvolgens in a,a2, a3, a4 B, enz. komt te staan, totdat A ten slotte in a5 (180° verder) is komen te staan, (zie fig. 6). Zijn de azimuths steeds de zelfde, dan is de drievoet goed. T.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1920 | | pagina 12