55 voor de twee-dimensie-wezens onzichtbaar worden, Bij analogie redeneerende zal ook het viervlak door verplaat sing in de vierde richting voor ons een moment weg- getooverd lijken. Verbeeld u, dat onze geleerden zoo ver zijn, dat der gelijke kunststukjes verwezenlijkt kunnen worden. Wat zoudt ge dan spoedig zien Al onze gevangeniscellen zullen in een minimum van tijd ledig zijn. Geen boef, die er niet aan denkt om, wip, een sprong te doen in de vierde di mensie: zoo zie je 'm en zoo zie je'm niet. Als de springer nu maar 11a zijn sprong niet vergeten zal zijn, hoe weer terug te keeren langs denzelfden weg. Ik zal u een sprookje verhalen. Er was eens een koning, die heele nachten studeerde. Onze vorst nu had een uit vinding van bijzondere soort gedaan; hij meende namelijk met een instrument, volgens zijn aanwijzingen te fabriceeren, de Mars-bewoners te kunnen zien. De knapste ingenieur uit het gansche land werd ontboden om de uitvinding in teekening te brengen. Weken lang confereerden de hofad- viseurs, aan welken instrumentmaker de uitvoering van het ontwerp op te dragen. Dagelijks was de wijze koning in het atelier te vinden om de vorderingen gade te slaan. Eindelijk, na vele maanden was het werk voltooid. De dag van aflevering was gekomen en het volk stroomde te zafim voor het paleis, benieuwd naar de dingen, die komen zou den. Helaas, de teleurstelling was groot. Hoe onze vorst ook keek, met of zonder bril, telkens zag hij door den kijker zich zeiven weer. De fout was ras ontdekt. De instrumentmaker had--o, professorale verstrooidheid een vergissing begaan bij het maken der lichtafdrukken, door de teekening aan de verkeerde zijde van het linnen te calqueeren Nimmer was de koning zoo vertoornd geweest. Nog denzelfden dag spiak de Hooge Raad het vonnis uit De schuldige werd veroordeeld tot den strop. Vierentwintig uren werden hem

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1920 | | pagina 16