60 elkaar—(zie Fig. 2) snijden volgens de punten a, b en c. Deel de hoeken l-h-2; 2-c-3 en 3-a-l middendoor door middel van de lijnen b Q; cR en a S en trek de lijnen (transversalen) 1-R, 2-S en 3-Q. Nu zullen 1° de lijnen 1-R, 2-S en 3-Q elkaar in één punt snijden, n. 1. in het punt P. Bovendien zal 2° het punt P de juiste ligging weergeven van het aan te houden knooppunt t/o van de ligging der punten 1, 2 en 3, zoodat wij op het millimeterpapier onmiddellijk de juiste coördinaten van het knooppunt kunnen aflezen of uitpassen. Gaan wij over tot het bewijs van het bovenstaande 1° Dat de lijnen 1-R, 2-S en 3-Q, elkaar in één punt moeten snijden, kunnen wij met het theorema van Ceva bewijzen. Volgens dit theorema zal, willen de lijnen door één punt gaan, 1-Q X 2-R X 3-S gelijk moeten zijn aan Q-2 X R-3 X S-l.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1920 | | pagina 21