61 Of wel i-Q v 2"Rv/ 3-S Q-2 R-3 S-l In den driehoek 1 b 2 zien wij, dat de bysectrice b Q de zijde 1-2 verdeelt in 2 stukken, die zich verhouden als /j/8, zoodat wij vinden: 2-R h t 3-S h Zoo is ook: =-=- ~r, terwijl gelijk is aan-r- K-%5 13 o-l /i Wij zien nu, dat l-Q 2-R 3-S /w v Q-2" R-5" "S-T lt ~ïa ~h Waar de transversalen 1 -R, 2-S en 3-Q bovenstaande eigenschap vertoonen, moeten deze transversalen elkaar in één punt snijden. 2° Het bewijs, dat de coördinaten van het punt P dezelfde zijn als de coördinaten van het te berekenen knoop punt, geschiedt als volgt De coördinaten van de punten 1 en 2 zijn respectievelijk x1 yj en x2 y2. Wij weten, dat '-Q= A Q-2 Wij vinden dus voor de coördinaten van het punt Q. h h h yi h ya yQ h U De lijn l-R kan worden beschouwd als een transversaal in den driehoek 2 Q 3. Volgens het theorema van Menalaüs is dan Q PX3-RX2-1 P-3XR-2XQ-1 Of: QP_R-2xQ-!_R-2vQ-l_/a v P 3 3- R X 2- I 3 - R 2-1 h h+h l-Q =_/i Q-2 h h Xi -fli Xï Xq

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1920 | | pagina 22