J* 66 Nu moeten de inhouden van de 2 rechthoekige, drie hoekige, afgeknotte prisma's AEEiA^F en EBH^EjFC aan elkaar gelijk zijn of wel: lnh. prisma AEE^DF y Inh. prisma ABB1A1DC 1 (AE A,Ei DF) X grondvlak =-J- AB X grondvlak. 3 y(80-f-DF)= y X 100 50. DF 70. CF ==30 meter. 3) Het beschikbare deel bedraagt y van de nalatenschap. De dochter krijgt 1 X portie dochter moeder lyX Ie zoon 3 X Totaal 8yX portie dochter nala tenschap. Portie dochter =7 nalatenschap. 34 Aan legitieme portie krijgen de kinderen daarenboven elk 4-. 4 1 1 19 Alzoo krijgt de dochter-y -y de moeder 68 le zoon 1 2e zoon 23 68 4) Laat P en Q de middelpunten zijn der omgeschreven cirkels resp. van driehoeken ABE en ACD (De lezer teekene zelf de figuur). Laat uit P en Q de loodlijnen neer op AC en noem de voetpunten onderscheidenlijk 2e 3 X i, m

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1920 | | pagina 27