41
Voorts worde onderzocht of de doos stevig aan het
bovenstel verbonden is. Men richt den kijker, leest de bous-
sole af, tracht de doos rechtsom te draaien, richt weder en
leest nogmaals af. Herhalen met linksom draaien.
Ten slotte onderzoek! men of het instrument ijzerhou
dend is. Zie het volgende hoofdstuk. T.
INVLOED VAN IJZER IN BOUSSOLE- INSTRUMENTEN.
Invloed van een ijzermassa P op den stand van de
magneetnaald NZ, gesteund op een spil C.
De krachten, waarmede N (noordpool van de maagneet)
en Z (zuidpool van die magneet) naar P worden getrokken,
zijn voorgesteld door en K2
(fig. 1). Nu geldt de stelling, dat
die krachten omgekeerd evenre
dig zijn met het vierkant van de
afstanden NP en ZP. Noemen
we die aantrekkingskracht op
de eenheid van afstand k, dan is:
Kl (NP)* 60 K" (ZP)2 (1)
Nemen wij verder CN CZ
I en CP a, dan kunnen wij NP
en ZP uitdrukken in I, a en a,
waarin a de richtingshoek van
PC met de magneetnaald voor
stelt.
Wij hebben immers in drie
hoek NCP
(NP)2 (NC)2 (CP)2 2NC. CP. cost*
/2 -j- a2 -2 a cosa (2)
(ZP)2 l2 a2 2 t a cosa
Ontbinden wij de krachten Ks en K3 in de richting
van de magneetnaald en loodrecht daarop om de resultante
Fig. 1.
ft, A~Jt'x/Q- £Ï7L y
A^sï/t y