46
In 1902 werd door mij aldus bewezen, dat de looden
kogel, onder de libel bevestigd en dienende tot contrage
wicht van den excentrischen kijker bij verscheidene Becker
en Buddingh-boussoles zóóveel ijzer bevatten, dat de naald
afwijking daardoor 3° kon wezen, zoodat een hoek op de
kaart tot 6° foutief kon worden voorgesteld, wanneer met
die afwijking geen rekening werd gehouden.
Besloten werd toen wel daarmede rekening te houden,
door de correctie der belangrijk ijzerhoudende boussoles
op een liefst minstens 24-straligen tour d'horizon te bepa
len en na vereffening der grafische voorstelling een correc
tie-tabel vast te stellen, waarvan één exemplaar in een
register voor kantoorgebruik werd bewaard en één exem
plaar in de kist van het instrument werd geplakt.
Zulk een correctie-tabel kon b. v. zijn als volgt:
2 8
Gemiddeld (voorruwe schetsen): Correctie 2G01 (Oost)
Boussole-
aflezing.
O o
00
2°
182
4»
184
<D CO
00
00 00
o o
Ol
12»
192
16»
196
Correctie
2°10'
2°20'
2»30'
2°40'
2°50'
3°00'
3»10'
3»20'
Boussole-
aflezing. S
20»
200
32»
212
43»
223
54»
234
62»
242
69»
249
75»
255
O
CM CM
00 CD
CM
Correctie
3»30>
3°20'
3» 10'
3°00'
2»50'
2"40'
2»30'
2»20'
Boussole-
aflezing.
90"
270
98»
278
105»
285
111»
291
118»
298
126»
306
137»
317
148»
328
Correctie
2»10'
2°
1"50'
1"401
1"30'
1°20'
1»10'
1«00'
Boussole-
aflezing.
o o
164°
344
168»
348
170»
350
172»
352
174»
354
176»
356
178»
358
Correctie
-j- 0°50'
1°—
1»10'
1°20'
1»30'
1"40'
1»50'
2°00'