- 47 daard dezer personen regeit zich uitsluitend naar de eischen, welke de inheemsche maatschappij stelt, zooals die zich in den loop der tijden onder westersche in vloed op een bepaald niveau hebben gevestigd. b. Eenigszins anders staat de zaak met betrekking tot de personen, welke hier te lande een opleiding hebben genoten op westerschen grondslag, zooals bijv. de Indische artsen, de adjunct-gouvernements-veeartsen, de Inlandsche landbouwleeraren en enkele groepen van Inlandsche onderwijzers. Hun westersche opleiding en het contact met de onderwijs krachten kweeken ontegenzeggelijk in zekere mate westersche behoeften, welke weliswaar te hunnen aanzien als abnor maal zijn aan te merken, doch niettemin als logisch uit vloeisel hunner door de opleiding gewijzigde denkbeelden en opvattingen dienen te worden aanvaard. Voor deze groepen van landsdienaren dient derhalve een eeenigszins hoogere bezoldigingsmaatstaf te worden aangelegd dan voor degenen bedoeld onder a. c. Een derde groep van landsdienaren vormen degenen, welke dienen in betrekkingen, waarvoor het vereischte getuigschrift zoowel hier te lande als in Nederland kan worden verworven, zooals bijv. de a. s. ingenieurs van de Technische Hoogeschool te Bandoeng; het betreft dus betrekkingen waarin inheemschen en import krachten naast elkander werkzaam zijn (de z. g. gemengde betrekkingen). Nu is het een niet te ontkennen feit, dat de import krachten hier te lande in mindere of meerdere mate op ruimeren voet leven dan noodig is en dan het geval zou zijn, indien zij in eene gelijkstandige betrekking in Europa werkzaam waren, waar de inkomsten zijn gebaseerd op den normalen levensstandaard. Het behoeft geen betoog, dat door bedoelde omstandigheid noodwendig abnormale be hoeften worden gewekt bij hunne inheemsche collega's, die in dezelfde betrekkingen werkzaam zijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1921 | | pagina 13