49 -
Wat de medetelling van voorpractijk betreft zal voor de
inheemschen in hoofdzaak hetzelfde moeten gelden als voor de
importkrachten voorgesteld, behoudens dat voorshands buiten
beschouwing moet worden gelaten de verloftijd, omdat nog
overwogen zal moeten worden of de inheemschen, dienende
in gemengde betrekkingen, wel aanspraak op buitenlandsch
verlof krijgen. In het ontkennend geval zullen uiteraard, waar
noodig, uitzonderingsbepalingen zijn te treffen voor reeds in
dienst zijnden.
Doet zich het geval voor, dat een inheemsche kan wijzen
op voorpractijk in Europa, dan lijkt het niet meer dan
billijk dat die tijd op gelijken voet wordt gewaardeerd
als voorpractijk hier te lande. Evenzoo zal de tijd, krachtens
opdracht buiten Ned.-Indië doorgebracht, ten volle zijn
mede te tellen.
In de memorie van toelichting op de algemeene wedde-
herziening is gewezen op de wenschelijkheid van snelle
opklimming der wedden in de eerste jaren, aangezien in die
jaren, waarin gewoonlijk de gezinsvorming begint, de uit
gaven snel toenemen. Later treedt de toeneming der uitgaven
voor studie van kinderen meer naar voren als een reden
om het bedrag der verhoogingen grooter te doen zijn dan
in de eerste jaren.
In het algemeen is sedert geruimen tijd ook voor de in
heemschen wenschelijkheid gevoeld het eindsalaris na een
niet te langen tijd bereikbaar te stellen.
In verband hiermede verdient het wellicht aanbeveling in
deze zooveel mogelijk de periodiciteit der import-salarissen
te volgen en het eindsalaris in het algemeen bereikbaar te
stellen na 18 jaar dienst. Eenig voorbehoud is echter nood
zakelijk, aangezien nog niet alle consequenties daarvan kunnen
worden overzien.
Tenslotte verdient de vraag overweging, hoe zal zijn te
handelen ten aanzien van bezoldigingen, welke bij de nivel
leering moeilijkheden zullen geven, omdat zij reeds thans in
verhouding tot andere weddeschalen te hoog zijn. Dadelijke