56 -
voor nagenoeg alle betrekkingen hier te lande kan worden
opgeleid, maar ook—en dit is van nog meer beteekenis—
dat door de productie dier inrichtingen, voor zoover noodig
aangevuld door de geïmporteerden, wier ouders niet in
Indië gevestigd zijn of waren, in de Indische personeels
behoefte kan worden voorzien.
Er kan echter niet genoeg de nadruk op worden gelegd,
dat dit tijdstip naar alle waarschijnlijkheid nog tientallen
jaren verwijderd is. De benoodigde onderwijsinrichtingen
kunnen binnen betrekkelijk korten tijd worden opgericht
doch de bevolking dier scholen zal nog langen tijd naar
verhouding zwak zijn. Inmiddels zal de personeelsbehoefte
in de naaste toekomst eerder toe- dan afnemen. Nog jaren
lang zal daarom Indië, om de zaken gaande te kunnen
houden, moeten putten uit de groepen, die de grensbevolking
tusschen de inheemschen en de uitheemschen vormen, en dit
is alleen mogelijk, indien aan de daaruit te betrekken werk
krachten, die zich op de normale voorwaarden niet voor
den Indischen dienst beschikbaar stellen, een lokpremie
boven die voorwaarden wordt aangeboden.
Gedurende een niet te ramen reeks van jaren zal dus de
scheidingslijn der Commissie practisch niet kunnen worden
toegepast en dit geeft aan de vraag, hoe de zaak voor het
overgangstijdperk moet worden geregeld, een verstrekkende
beteekenis.
De Commissie is wel zeer euphemistisch, waar zij op
bladz. 13 van het verslag zegt, zich de bezwaren niet te
ontveinzen van haar aanbeveling om in het overgangstijd
perk het stelsel van 1913 te handhaven. Er zijn verschillende
redenen om die bezwaren onoverkomelijk te achten.
Vooreerst zouden de directe en indirecte financiëele ge
volgen van een beslissing in dien zin weinig minder dan
een calamiteit voor de schatkist beteekenen. De oplossing
der Commissie voor het overgangstijdperk komt hierop
neer, dat in de gemengde betrekkingen, dat zijn die welke
zoowel door geïmporteerde als door inheemsche werkkrachten