ontstaan naar de kweekscholen voor alle landaarden, waar natuurlijk, gezien de groote aandrang tot uitbreiding van het onderwijs, zooveel mogelijk candidaten aangenomen en de beste uitgezocht zouden worden. Andere vakscholen (oplei dingsscholen voor Inlandsche ambtenaren, artsenscholen enz.) zouden achter het net visschen of zich met den afval te vreden moeten stellen. Men denke ook niet licht over de verbittering, welke zich meester zou maken van de candi daten, die wegens plaatsgebrek niet toegelaten zouden kunnen worden tot de genoemde kweekscholen en zich zouden moeten vergenoegen met een andere opleiding van gelijke omvang en beteekenis, doch beloond met eenige honderden guldens per maand minder. Het zou waarlijk niet bevorderlijk zijn aan de gemoedsrust van de studeerende Indische jonge lingsschap. Aan al deze onaannemelijkheden is alleen te ontkomen door voor het overgangstijdperk de oplossing te zoeken in een andere richting, een oplossing, welke in een verdere toekomst plaats zal moeten maken voor het in beginsel door de Commissie aanbevolen stelsel, doch die voorhands zoolang niet de personeelsvoorziening voor Indië in de normale banen van selfhelp is geleidwel onvermijdelijk schijnt. De beoogde voorloopige oplossing komt hierop neer, dat alle sollicitaties voor den Indischen dienst van personen, die aanspraak maken op de voor importkrachten vastgestelde dienst voorwaarden, in handen worden gesteld van een schiftingscommissie, die in elk afzonderlijk geval uitmaakt, of de candidaat tot de inheemsche- of tot de uitheemsche groep behoort en zich daartoe rekenschap moet geven van de vraag of hij in werkelijkheid zijn vaderland in Indië heeft of elders. Aan die commissie moet voor haar beslissingen een leiddraad gegeven worden, die ruime laat om alle factoren te laten gelden, welke van invloed zijn op de vraag, of belanghebbenden al dan niet werkelijk in Indië thuis hooren. Wanneer bijv.als regel aangenomen wordt, dat als in- heemsch wordt beschouwd het kind (A) van een ingezetene

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1921 | | pagina 25