- 61
invoering van de scheidingslijn voor bepaalde betrekkingen in
opleiding zijn, b. v. de studenten aan de Technische Hooge-
school te Bandoeng.
Het nadeel voor de inheemsche groep.meer lucrum
cessans dan damnum emergenskomt dus hierop neer, dat
de daarbij ingedeelden in de toekomst enkel op normale
Indische voorwaarden in Indischen dienst kunnen treden.
Zij komen dus voor de keuze te staan of die dienst aanneme
lijk voor hen is of niet. Worden nu de tractementen voor
de inheemsche landsdienaren zoo geregeld, dat daardoor een
behoorlijk bestaan gewaarborgd is, dan zal die vraag al
dadelijk door zeer velen bevestigend beantwoord kun
nen worden. Dit geldt ook voor tal van blijvend hier ge
vestigde Europeanen, van wie een niet gering deel geplaatst
is in betrekkingen, waarvoor thans reeds salarisregelingen
van kracht zijn, die geacht kunnen worden op inheemsche
basis te staan. De zoon van een lageren kantoorambtenaar,
die gebruik maakt van de gunstige opleidingsvoorwaarden
om het hoogste diploma der kweekschool voor alle landaar
den te behalen, waarmee hij het ten minste tot schoolhoofd
kan brengen (voorgesteld eindtractement f 650.— s maands),
heeft geen tropentoelage noodig om in betere conditie te
komen dan zijn vader. En zóó zijn er zeer velen, voor wie
de invoering van het nieuwe stelsel geen maatschappelijke
schade behoeft te beteekenen. Het aantal gevallen, dat iemand
den Indischen staatsdienst op de voor de inheemsche groep
vastgestelde voorwaarden onaannemelijk moet achten, omdat
hij daardoor in vergelijking met de positie van zijn
vader een stap terug zou doen op den maatschappelijken
ladder, kan betrekkelijk niet groot zijn. En dat de staatsdienst
zoo iemand geen begeerlijke plaats biedt -- wat toch ook
in andere landen wel voorkomtbeteekent ten slotte niet
meer dan dat hij zijn heil zal moeten zoeken in het par
ticuliere.
De bezwaren, waarover heengestapt moet worden om de
hiervoren aangegeven oplossing te aanvaarden, worden