- 62 daarmede natuurlijk niet weggecijferd, maar het gaat hier om de vraag, of zij de balans moeten doen doorslaan, waar de toekomst van Indië op de andere schaal ligt. Ten slotte moge nog worden stilgestaan bij de vraag in welken vorm de tropentoelage moet worden toegekend. Het is meer dan eens gebleken, dat velen, die het stelsel zelf in beginsel als redelijk en noodzakelijk beschouwen, daarmede geen vrede hebben, indien de tropentoelage gegeven zou worden in den vorm van bezoldiging in de technische be- teekenis des woords. Dezulken aanvaarden zonder moeite, dat geïmporteerde werkkrachten bepaalde voordeelen zullen genieten, welke de inheemsche mist, maar zeggen zij de bezoldiging moet gelijk zijn, geen verschil op de b e- zoldigingsstaten. Voor deze opvatting is veel te zeggen en er kan wel geen overwegend bezwaar tegen zijn de tropentoelage afzon derlijk te doen administreeren, bij voorkeur door een lijfrente-maatschappij met welke de Regeering daartoe een overeenkomst aangaat. De betrokken ambtenaren zouden dan over de hun uit dien hoofde toekomende bedragen op ver schillende wijze moeten kunnen beschikken, hetzij door uitbetaling per maand, hetzij over de langere tijdvakken. Ook zou de mogelijkheid moeten bestaan de heele tro pentoelage als crediet te boeken met de vrijheid om daar over telkens naar gelang van behoefte per chèque te beschikken. Aan zulk een regeling is tweeërlei voordeel verbonden. Vooreerst zal het verschil tusschen ambtenaren met en zonder tropentoelage zich op minder hatelijke wijze uitende eersten zullen meer vergelijkbaar zijn met de ambtenaren, die eigen kapitaal bezitten. Belangrijker echter is het voordeel, dat door zulk een regeling een prikkel geschapen wordt om te spa ren en eenvoudiger te leven. Daardoor zou een gunsti ge invloed kunnen uitgaan op den juist door geïmpor-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1921 | | pagina 28