67 -
worden, dan dat de scheidingslijn op de schalen van het
ontwerp geen of weinig invloed uitgeoefend heeft. Dat de
scheidingslijn eene ontwrichting zoude kunnen voorkomen,
die anders onvermijdelijk zoude wezen, is dan ook, op zijn
minst genomen, uiterst twijfelachtig.
Blijkens de Nota wordt door den steller daarvan bovenal
gevreesd voor de optrekkende werking van de abnormaal
hooge salarissen der geïmporteerde krachten. Aan die op
trekkende werking behoort naar de meening van onderge-
teekende weerstand te worden geboden, niet door de
invoering van een politiek-onverdedigbare scheidingslijn,
maar door het aantal plaatsen in de rangen der importkrach
ten zooveel doenlijk te beperken en daartoe voor inheemsche
krachten alleen toegang te geven door de nauwe poorten
van vergelijkende examens.
Op welke wijze de ondergeteekende zich eene zoover
mogelijk gaande beperking van het aantal importkrachten
denkt, zette hij uiteen in de vergadering van den Volksraad
van 8 Januari 1920 (Tweede gewone zitting 1919, Han
delingen blz. 632—634). Vergelijkende examens denkt hij
zich in 't bijzonder voor de zgn. Kweekscholen voor alle
landaarden, waarin inheeemsche jongelieden zullen worden
opgeleid en na verwerving van de hulp- en de hoofdakte
zullen worden toegelaten tot de bezoldigingen, die volgens de
nivelleeringsvoorstellen aan geïmporteerde houders dier
akten zullen worden toegekend. Hij ontveinst zich niet,
dat naar die vergelijkende examens een geweldige toeloop
van leerlingen zal gaan stroomen en dat de afgewezenen
in hunne verwachtingen zeer zullen worden gedupeerd, maar
meent dit kwade gevolg te moeten en te mogen aanvaar
den. Hij stelt daartegenover bovendien het goede gevolg,
dat alleen de allerbesten tot de hoogere rangen zullen wor
den toegelaten.
Wordt met het vorenstaande ingestemd, dan is er niet
alleen voor de naaste, maar ook voor de verdere toekomst
geen voldoende aanleiding voor de vrees voor economische