-7 6 -
jongelieden der hoogere burgerscholen, die om financiëele of
andere redenen niet in staat waren op eigen kosten in Neder
land verder te studeeren, voor den Indischen kadastralen
dienst aan te werven en als leerling op dien cursus te
plaatsen. Deze eerste leerlingen deden zeer hun best en ook na
afloop van den tweejarigen leergang tijdens hun practische
opleiding aan een kadasterkantoor, toonden zij leerzaam te
zijn en bovendien de reeds verworven theoretische kennis
hoofdzakelijk door zelfstudie genoeg te kunnen uitbreiden
om, na een of twee jaar op die kantoren werkzaam te zijn
geweest, zich met gunstig gevolg aan het landmetersexamen
te onderwerpen.
In dezen gunstigen toestand kwam echter langzamerhand
verandering. Ook door de gewijzigde tijdsomstandigheden
daalde het peil der leerlingen; het leeftijdsgemiddelde op
het tijdstip van toelating nam toe ende laatste landme
tersexamens wezen het uitde hoeveelheid kennis nam
af. Het bleek zelfs, dat over het algemeen deze candidaat-
landmeters een belangrijk deel van het hun op den cursus
onderwezene gedurende de practische opleiding waren
vergeten en dat zij in dien tijd zoo goed als niet hadden
voortgebouwd op de in die cursusjaren verkregen kennis,
Een groote factor is hierbij echter ook de minder intensie
ve opleiding aan den cursus, waartoe noodgedwongen is
moeten worden afgedaald door het toenemend aantal leer
lingen voor de lagere betrekkingen, terwijl een daaraan
evenredige vermeerdering van het aantal hoogere leerkrach
ten, te kiezen uit de hoogere vakkundigen van het kadaster,
vanwege het groote tekort in die groep was uitgesloten.
Ook elders is een soortgelijke ondervinding opgedaan.
Het is gebleken dat de studiezin in de laatste jaren sterk
verminderd is en dat daarom vrije vakexamens thans meer
en meer moeten worden vervangen door eindexamens van
strenge vakscholen, werkende volgens een stelsel waarbij de
leerling verplicht is, de lessen geregeld te volgen enbe
houdens zeer goede redenengeen cursusjaren mag herhalen.