78
het kadasterpersoneel ten gevolge zal hebben, moet er naar
gestreefd worden het aantal hoogste vakkundigen zoo laag
mogelijk te houdenhet ontbrekende aantal werkkrachten,
voor die uitbreiding vereischt, zou kunnen bestaan uit
landmeetkundigen met wat lagere vakkennis doch in oplei
ding en algemeene ontwikkeling staande boven de laagste
landmeetkundigen, de tegenwoordige mantri's van het kadas
ter. Deze middelbare en laagste vakkundigen zullen aan
den cursus te Bandoeng opgeleid dienen te worden. De
opleiding van die twee groepen zal, ook in verband met
de uitbreiding van dien leergang ten behoeve van andere
diensttakken, meer dan genoeg eischen van de werkkracht
van één directeur, terwijl voldoende versterking van het
onderwijzend personeel om de hierboven reeds vermelde reden
niet mogelijk is.
Ook de gedeeltelijke of geheele overbrenging van de theo
retische opleiding naar de technische hoogeschool te Bandoeng
stuit op verschillende bezwaren. In de eerste plaats de tijd,
die daarmede gemoeid zou zijn, en dan de daaraan verbonden
hooge kosten, beide in verband met de omstandigheid dat
deze universiteit dan belangrijk zou moeten worden uitge
breid. Wanneer eenmaal het corps landmeters op sterkte is
gebracht, zullen jaarlijks slechts enkele adspiranten in oplei
ding behoeven te worden genomen en de kosten der uit
breiding zouden daarmede niet in verhouding staan.
Al deze bezwaren zullen zijn te ondervangen door de
hoogere opleiding der landmeters te Wageningen te doen
geschieden, alwaar een aan het vooropgezet doel beantwoor
dende inrichting reeds bestaateen oplossing, waaraan niet
alleen geen kosten van onderwijsuitbreiding zijn verbonden,
maar welke in de naaste toekomst zelfs bezuiniging van algemee
ne kosten zal mede brengen, zooals hieronder wordt becijferd.
Alvorens tot dien Nederlandschen cursus te worden toege
laten zullen de candidaat-landmeters gedurende hoogstens
een jaar op proef worden te werk gesteld op een kadastraal
kantoor op een toelage van f 150,of f 80.— 's maands,