REDACTIE VERWISSELING.
Verlof naar Europa noodzaakte den Heer KOOT zijn
functie van redacteur neer te leggen, hetgeen zeer te be
treuren is, daar collega KOOT als redacteur steeds getoond
heeft te zijn: „the right man on the right place". Al is het
verlies voor de vereeniging slechts tijdelijk, het treft ons
desniettemin, waar wij zijn gewaardeerde medewerking
juist in dezen tijd moeten missen.
Wij wenschen collega KOOT een aangenamen verloftijd
toe en spreken de hoop uit, de verzorging van het tijdschrift
naar wensch te kunnen voortzetten.
Nieuwe Redactie.
EEN EN ANDER UIT DE GESCHIEDENIS.
Ter inleiding een korte herinnering van de gebeurtenissen,
die leidden tot een blijvende vestiging van de Hollanders
op Java Sedert de oprichting van de Vereenig de Oost-
Indische Compagnie had de behoefte van een centrale
leiding, die in Indië zelf gevestigd was, zich met klem doen
gevoelen. In 1609 besloten de Bewindhebbers tot aanstel
ling van een Gouverneur-Generaal, welke waardigheid werd
opgedragen aan Pieter Both van Amersfoort, die den 19en
December 1610 te Bantam landde. Reeds voor de komst
van Pieter Both hadden de Hollandersde goede verstand
houding met de Bantammers was allengs minder geworden
onderhandelingen aangeknoopt met een leenman van den vorst
van Bantam, den pangeran van Jacatra. De directeur van
het Bantamsch kantoor had in November 1610 met dezen
regent, die niet ongenegen was zijn gebied met behulp van
vreemdelingen te vergrooten, een contract gesloten, waarbij
de Hollanders vergunning kregen „een stuk grond van 50
vademen 94 Meter) in het vierkant te koopen en daarop
Zie de Jonge, Opkomst van het Ned. gezag over Oost-Indië deel
IV en Geschiedenis van Java door W. Fruin-Mees.