- 42 Zooals het „Register vant fort ende omleggende landt Jacatra" aangeeft, zijn de belendingen a. t fort Jacatra. b. is het deseijn van een nieuw fort waer van de punt ij begost is. c. de riviere. d. de zee doch is overal heel vlak. e. is het quartier daer de Chinesen ende getrouden woo- nen sijnde airede vol huijsen. f. creupelbos staende in een morassige gront die met hoochwater ten dele ondervloet. g. plaetse daer de stadt Jacatra gelegen heeft. h. visschers quartier geweest daer d'Engelsen tegen ons fort over een loge gehadt ende 2 baterijen geplant hebben. ij. van dese punct worden de fondamenten geleijt door de moras op een santgront omtr(ent) 11 /2 vadem diep. In het opstel „Een en ander van het Oude Batavia" van J. G. F. Brumund (Tijdschr. Bat. Gen. XXV 1879) komt een andere plattegrond van Batavia voor, welke schets volgens J. W. IJzerman moet dateeren uit 1621 of 1622 en waarvan hij in zijn hooger bedoeld opstel zegt „Deze schets doet door den vorm van den oostelijken wal met zijn zwaluwstaarten meer denken aan het werk van een timmerman dan aan dat van een vestingbouwkundige. Er is geen sprake van een schaal en van behoorlijke ver houdingen, maar feitelijk strekt de stad zich zuidelijk even ver uit als de stippellijn op het project van Coen. Slechts de breedte is grooter geworden, en de oostelijke grens be langrijk verschoven. De voorgenomen aanleg bleek al dadelijk te klein." Bij een dergelijken snellen opkomst der stad deed zich de behoefte aan wetten en bepalingen, die orde en regelmaat moesten brengen, al dadelijk gevoelen. Het landsbestuur volge hierin veelal het moederland. Een baljuw werd aangesteld over „de stadt ende lant van Jacatra"

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1921 | | pagina 8