43
en een college van schepenen ingesteld om „als wethouders
deser stede alle justitie in civile saecken te administreren
ende exerceren."
Het plakaat van 18 Augustus 1620 schreef o. m. voor:
„aengaende de uytgegeven erven ende fruytboomen, dat
men deselve hout als té leene gegeven, de besitters ofte
bruckers van dien, ende dat derhalven in tyden ende wyle,
als het den Heere Generael ende synen Raden ooirbaer sal
duncken, by de voors. besitters ende bruckers hiervan be-
hoorlycke recognytie sal worden gedaen ende betaelt sooda-
nige thyns ofte erfpachte als met rype deliberatie van raden
na gelegentheyt van saeken, daerop gestelt sal worden
middelertyt sullen balliu ende schepenen voorn, binnen haer
district de erven ende fruytboomen, die uytgegeven syn,
pertinentelyck opteyckenen met de namen van de bruckers
derselver, ende houdende van alles goet register, expresse-
lyck verbieden dat niemant, wie hy zy, eenige erven, huysen
ofte fruytboomen vercoopen, transporteren, veralineren ofte
met hypoteecq, constitutien van renten ofte verpandinge
belasten en sal sonder hunluyden sulcx eerst ende alvooren
aen te geven opdat daervan by der secretarie protocol ge
houden ende een yder de beswaernisse daerop staende weten
mach, ende niemant in cas van preferentie en werden in
syne gerechticheyt verkort."
Het plakaat van 28 Augustus 1620 bepaalde als aanvulling
„dat niemant van de burgerye ofte andere, wie hy sy sich
vervorderen sal eenige huysen, erven, fruytboomen (die men
hout als haer te leen gegeven, omme schier offmorgen alst
d'hooge overheyt sal gelieven, daervan behoorlycke recogny
tie te doen) te vercoopen, transporteren, veralineren ofte met
hypoteecq, constitutien van renten ofte verpandinge belasten
sonder kennisse van twee schepenen deser stede, opdat daer
van by den secretaris behoorlyck protocol mach worden
gehouden."
De uitgift» van gronden of van vruchtboomen, de wijze
van overdracht en bezwaren dier onroerende goederen en