9
hoogste 550 Bouw mag omschrijven, zullen voor 1400 H.A.
minstens vier meetbrieven met bijbehoorende kaarten noodig
zijn, waarvan de kosten zullen moeten bedragen (zie alinea
3 van het rondschrijven No. 1634) 1400 X f 0.75 1050..
De kosten van de meting bedragen (alinea 2):
400 X f 1.50 1000 x' f 0.50 1100.—
Totaal dus f 2150.—
en niet f 1650.- welk bedrag dus slechts betrekking kan
hebben op een aanvrage in de Buiten-bezittingen.
Nemen we het geval, waarbij door uitmeting van een
weg of rivier het terrein uit twee deelen bestaat b v. deel
A 1000 H.A. en deel B 380 H. A., dan kunnen deze
niet altijd in één meetbrief worden aangegeven, zooals in
de toelichting ten onrechte wordt verondersteld, zoodat ook
van de hierop betrekking hebbende kostenberekening ad
f 2205.— hetzelfde kan worden gezegd!
Wordt het gedeelte B in één meetbrief omschreven en
worden er van deel A drie (minimum) meetbrieven opge
maakt dan zoude het te heffen salaris volgens de (thans
vervallen) alinea (4) van het rondschrijven No. 1634 moeten
zijn
Kosten van de meting
Deel A voor de eerste 400 H. A.400 X f 1.50 f 600.-
voor de overblijvende 600 H. A. a f 0.50 f 300.
Deel B: 380 X f 1.50= f 570.
Samen f 1470.
Kosten meetbrieven en kaarten
Deel A (3 meetbr.) elk van minder dan 400 H. A.)
1000 X f 0.75 f 750.—
Deel B (1 meetbr van 380 H. A.): 380 X f 0.75 f 285.—
Samen f 1035.—
De totale kosten zouden dus moeten bedragen: f1470
f 1035 f 2505.— inplaats van f 2205.
Volgens het laatst ontvangen rondschrijven No. 269/1923
zal, in verband met de nog geldende alinea's van de circulaire