- 10 -
No. 1634/1921, voortaan voor een dergelijke erfpachtsaan-
vrage, de berekening van het verschuldigde salaris als volgt
moeten geschieden(voor Java en Madoera) Kosten van de
meting: (als bij „aaneengesloten" terrein).
Deel A en deel B: voor de eerste 400 H. A. a 1.50
per H. A 600.—
voor de resteerende 980 H A. a f 0.50 per f 490.—
f 1090
Kaarten en meetbrieven.
Van 1380 H A, moeten minstens 4 meetbrieven
en kaarten worden opgemaakt, waarvan de kosten,
ingevolge al. (3) van het rondschr. No, 1634
zijn: 1380 Xf 0.75 f 1025.-
Alzoo totaal f 2135.
Uit de toelichting van het jongste rondschrijven volgt
niet, welke basis voor zulk een erfpachtsaanvrage aan de
salarisberekening ten grondslag ligt: komt het oppervlak
der uit te meten gronden daarvoor mede in aanmerking,
omdat bij de berekening het terrein als „aaneengesloten"
moet worden beschouwd (hetgeen tot ingewikkelde en on
zekere gevallen kan leiden), öf ligt het in de bedoeling
daarbij deze gronden geheel buiten beschouwing te laten?
Werd, zooals hier boven aangetoond, in de circulaire
1923 No. 269 geen rekening gehouden met het niet ver
vallen gedeelte van het rondschrijven 1921 No. 1634,
van niet minder belang is, dat dit laatste, (voor zoover
nog niet ingetrokken) ons toegezonden als een nadere
uitlegging voor de toepassing van het tarief, blijkt inbreuk
te maken op de bedoeling van Staatsblad 1920 No. 879.
Voor kaarten en meetbrieven van erfpachtsaanvragen,
op Java en Madoera, grooter dan 400 H. A. zal immers
nooit kunnen worden toegepast het tarief van f 0.25
per H. A. (salaris-reductie), opgenomen in sub 2o van artikel
2 en wel omdat op elk der meetbrieven, die ieder nog geen
400 H. A mag omschrijven, ingevolge alinea (3) van bedoelde
circulaire, het tarief afzonderlijk moet worden toegepast.