- 16 -
't welck als dan mede van gelijcque cracht ende waerde
gehouden sal worden, als de placcaten, keuren ende statuten,
daer het selve uijtgenomen sal sijn".
Waar niet lang daarna een nieuwe verzameling van de
Statuten werd noodig geacht, zal aan dit voorschrift wel
niet streng de hand zijn gehouden.
In deze oude Statuten wordt onder den titel „Schepenen"
o. a. bepaald dat alle Schepen kennissen bij twee Schepenen
gesegeld sullen worden. Insgelijcx sullen alle transporten
ende hijpothecatiën van onroerende goederen voor twee
Schepenen gedaen worden.
Onder „Roijmeester" vinden wij naast verschillende bouw
voorschriften enkele bepalingen betreffende het burenrecht.
„Die een gemene muijr timmeren ofte repareren wil, sal't
selve doen 't sijnen coste, maer sijn buijrman, namaels
mede aen off op deselve timmerende, sal gehouden wesen
deselve helft te betalen, voor soo hoogh ende breet hij daaraen
ofte opgetimmert sal hebben, tot arbitragie van den roijmeester.
Niemant sal vermogen eenige vensteren te setten ofte
sijn licht te scheppen over eens anders erf, lager aen de
aerde als acht voeten, te meten binnen den huijse, waer
deselve gestelt sijn.
De gemene heijninghmuren sullen hoger nochte lager mogen
wesen, als 8 voeten, gemeten uijt het hoogste erff, ten ware
met gemeen verdragh".
In verband met de landmeetkundige werkzaamheden van
den rooimeester was bepaald dat,,de roijmeester over 't
meten van eenige huijsen ofte erven geroepen werdende,
sal genieten van ider quadraet, roede, huijs ofte erf, dat
gemeten sal hebben, 4 stuivers, maer van thuijn ofte lant
erven, voor de 100 diergelijcke roeden, 3 schellingen.
Maer tot het besichtigen van fondamenten ende soo voorts
geroepen werdende, sal voor ijder reijse hebben een reael
van achten.