48
Nauw samenhangend hiermede zou men critiek kunnen
uitoefenen op den gang van zaken, de administratieve bijhou
ding betreffende, zooals die in de beschouwingen op bladz. 83
en 84 is aangegeven, doch ik acht dit overbodig, omdat het
voor insiders in deze voldoende bekend is, dat men zonder
dwingende voorschriften, alleen met den adat rekening hou
dende, en de adat is tegen dwang, niet verder zal komen dan
bij de Landrente, n.l. tot onbetrouwbare registers enz.
Ontegenzeggelijk zijn er bezwaren' verbonden aan eene
samensmelting van belasting- en eigendomskadaster, doch
deze zijn van anderen aard, dan in de beschouwingen zijn
aangegeven, en gelden zeer zeker niet voor den opzet van
het „Inlandsch kadaster". 'In een zuiver negatief stelsel zijn
ze zeer zeker denkbeeldig en spruiten meer voort uit onbe
kendheid met de administratie (op naam of perceel), die
alleen wat grooter eischen stelt aan den organisator van den
opzet. De practijk heeft die mogelijkheid van samengaan
bewezen zelfs voor kadasters met een positief stelsel, met
bewijskracht.
De regeering moge overwegen, dat men bij het scheppen
van het Inlandsche kadaster economisch te werk gaat, dat
de instelling voldoen moet aan redelijk te stellen eischen;
eerst dan zijn de millioenen, daaraan besteed, verantwoord.
-
Kadastrale-stelsels.
Het is zeer gevaarlijk dit terrein betredende, theoretische
beschouwingen te hottden over bovenstaand onderwerp, wan
neer men slechts over eene oppervlakkige boekenstudie
beschikt'zonder met een voet in de practijk te staan, zonder
voldoende juridische en fiscale ontwikkeling.
Nog gevaarlijker is het dan tlit deze theoriën conclusies
te trekken, stelsels aan te bevelen of af te breken zonder
daadwerkelijk met die stelsels te hebben kennis gemaakt of
in haar werking te hebben gadegeslagen.