57 naam opmaken, dat en waarom ze geenerlei bewijs opleveren". Met hetzelfde recht kan men dit van het zoo geprezen kaar- tenmateriaal zeggen, omdat de grondslagen van fiscalen aard zijn en de nauwkeurigheid der metingen hiermede gelijken tred dienen te houden. Deze kaarten te gebruiken als bewijsmateriaal, als vermoeden zelfs, kan een bron van onrecht zijn. Het Ned. kadaster voldeed aan toen te stellen fiscale eischen, doch al spoedig kwam men tot de ervaring in ver band met de economische ontwikkeling, dat men ook een kadaster noodig had tot zekerheid van grenzen en rechten, tot steun van het grondcrediet. Men heeft toen van den nood een deugd moeten maken, omdat men opzag tegen een arbeid, die weer millioenen van 's Lands middelen zou vergen en zich gecontenteerd met het bestaande en getracht goed te praten, hetgeen gebleken is niet van langen duur te kunnen zijn. B. Eigendoms-kadasters. Alvorens hierover beschouwingen te geven, zullen eerst de factoren en begrippen van het vraagstuk, waarover maar al te dikwijls misverstand heerscht en waardoor een zuiver onder scheiden is uitgesloten, belicht worden. Mr. Hamaker in Rechtsgeleerd Mag. 1893 bladz. 425 geeft op de volgende wijze eene duidelijke splitsing van het kadas trale vraagstuk aan: „Tweeërlei geschillen omtrent ionroerend goed moeten onderscheiden worden: degrensgeschillen tusschen rechthebbenden op naburige erven, geschillen dus over de indi vidualiteit der perceelen en geschillen tusschen twee partijen, die elk een, het ander uitsluitend, recht beweren op een zelfde perceel, geschillen alzoo over de rechtmatigheid van titels, dit woord genomen in den. ruimen zin van wijzen van verkrij ging". H Beide soorten van geschillen hebben niets met elkaar t) (Cursiveering van mij. R.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1923 | | pagina 22