70
organisatie beter aan het doel zou beantwoorden. De opzet
Van Gent zeer zeker niet.
Naast deze instelling nu wil de Heer Van Gent een instituut
scheppen, dat alleen dienen moet om het Inlandsch grondbezit
te registreeren, cn doet ons daarvoor een „stelselloos" stelsel
aan de hand, waarvan de korte duurzaamheid reeds bij de
geboorte is vast te stellen. Een soort eigendomskadaster
scheppen is heusch „keine Spielerei".
Aan de hand van de eindconclusiën x) van Mr. A. Neytzell
de Wilde en de stelling IX van S. Jaarsma 2) en de oordeel
vellingen van M.r. Tendeloo, I. Boer Hzn. enz., wil ik thans
eigen inzichten geven, die slechts te beschouwen zijn als de
resultante van theorie en practijk.
x) a. Het negatieve stelsel, zooals het thans in N.-I. geregeld is
met de art. 621I623 B. W., verdient voor N.-I. de voorkeur boven de
regeling in Nederland.
b. Het ware echter wenschelijk art. 24 Ov. zoodanig te verdui
delijken, dat daaruit af te leiden valt, hoever de ambtsbevoegdheid
van den overschrijvingsambtenaar bij de opmaking der gerechtelijke
acte gaat.
c. In het onderzoek van den overschrijvingsambtenaar, vooraf
gaande aan het opmaken der gerechtelijke acte, ware verbetering aan
te brengen in den zin van de art. 471I472 Ontwerp B. W. II. Staats
commissie 1898.
d. De zgn. eigendomsacte, behoudens die naar aanleiding van art.
27 Ov. opgemaakt, bewijst slechts de levering (en bij onteigening en
executoriale verkoop de overgang van de rechten op de zaak in quaes-
tie van den onteigende resp. geëxecuteerde op den onteigenaar resp.
kooper op de executoriale verkooping die en voorzoover eerstgenoem
de ze had; wat de onteigening betreft, na zuivering der lasten) en
geeft geen vermoeden van eigendom behoudens tegenbewijs.
e. Het verdient afkeuring om, met behoud van het negatieve stelsel
zooals het in N.-I. thans geregeld is, in de wet een artikel op te
nemen, waarvan de strekking is aan de sub d bedoelde eigendomsacte
bewijskracht van eigendom behoudens tegenbewijs te geven.