77
Tijdschrift voor B. B. (47ste deel 1914) naar aanleiding van
een 'der artikelen, n.l.
,,In het algemeen zouden we voelen voor dit stelsel,
„doch dan zeer gewijzigd naar de behoefte van dit land
„en naar het adatrecht. Een aanknooping van hetgeen
„in de desa bestaat en een rechtspraak, waarbij veel
„meer de nadruk gelegjd wordt op onderzoek als thans,
„en niet gebonden aan onze bewijsregelen en formali-
„teiten".
Ook in den strijd, die in Holland wordt gevoerd om tot
een nieüw kadaster te geraken is meermalen uitdrukkelijk
naar voren gebracht, dat ide overheidszorg zich dient te schik
ken naar zekerheidsstellingen, die de p a r t ij e n (het volk)
zelf wenschen. De mislukking van het instituut van agrarisch
eigendom is een afdoend bewijs tegen de invoering van for
maliteiten, waarvan de waarde voor den Inlander geheel
onbegrijpelijk is. Hetgeen hij verlangt bij het adatproces is
een van den rechter hem bevredigende uitspraak. D i t moge
lijk te maken, althans te bevorderen, moet dus onze eerste
stap zijn.
De kadastrale stelsels, zooals wij die onder onze wetgeving
kennen, zijn uitsluitend negatief en beoogen ook niets anders
dan het verzamelen van bewijsmateriaal.
Noch in Holland, noch in Indië hebben de kadastrale plans
en openbare registers uit zich zelf bewijskrachten; zij geven
nooit meer dan „feitelijke" vermoedens (bladz. 43. R.). In
Nederland is het bewijsstuk hetwelk dit feitelijk vermoeden
oplevert, het openbare register; in Indië is het de „eigen-
domsacte".
Een eigenaardig specifiek Indisch instituut, waarin
kadaster en vastlegging van recht elkaar ontmoeten is de
uitwijzingvan eigendomsrecht of Inlandsch bezitsrecht
(bldz. 44. R.). Men geve er zich zelf echter wel .rekening van