83 levendig zullen houden, staat ons kaartenmateriaal z;lfs boven het Hollandsche, dat geen afzonderlijke meetbewij >:en kent (x). Indien nu voor de bijhoitding grondregisters (mo-del Polderman) worden aangelegd, aansluitende bij de ligger bladen, en op de uittreksels der liggerbladen een copie van het folio uit het grondregister wordt opgenomen, zal men een stelsel verkrijgen, dat voor de Inlandsche maatschappij, zooals deze thans nog is, voldoende waarborgen oplevert. Welis waar verschaft het niet die mate van zekerheid welke het Ind. eigendomskadaster (aan de Eur. rechten op grond) geeft, doch voor het Hollandsche kadaster doet het aan inner lijke waarde niet onder x). De gang van zaken de bijhouding betreffende, denke men zich als volgt Houder van het uittreksel wenscht zijn stuk grond over te dragen; hij verschijnt voor zijn adat(desa)hoofd, die op het stuk aanteekent bij welke acte (c.q. alleen datum waarop) de overdracht plaats vond, stelt den naam van den recht-verkrijger en doet hiervan blijken door plaatsing van duimafdruk en|of handteekening. De formaliteit wordt in een dagregister aangeteekend. Bij splitsing neemt het desahoofd het uittreksel in en tee kent er op aan of partijen al dan geen (bijgewerkt) uittreksel wenschen. Het dagregister is hoofdzaak, doch aanbeveling verdient dat het desahoofd ook in het bezit gesteld wordt van a. blokgewijze copie der liggerbladen b. blokgewijze copie van het grondboek. Hem dient dan te worden geïnstrueerd op regelmatige tijden de in het dagregister vermelde mutaties over te brengen naar zijn copie grondboek en het dagregister dan af te slhiten. Een copie dagregister met ingenomen meetbrieven als bij lagen komt met het bekende „rapport minggoe" op het land Wie kennis draagt van hun ontstaan, zal dit beslist moeten tegenspreken. R.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1923 | | pagina 48