BIJLAGE II.
DE PROEF MET DE Z. G. „INDIVIDUEELE
UITMETINGEN". x)
Voor hen die nog niet weten, wat onder individueele uit
metingen moet worden verstaan, diene vooraf het volgende:
Ten einde te beproeven, of een op eenvoudige leest
geschoeid Inlandsch Kadaster in de toekomst mogelijk is,
zijn gediirende het afgeloopen jaar door verscheidene afdee-
lingen van den Topografischen Dienst aan Inlanders,
„bezitters" van een stuk grond, gezegelde kaartjes van het
grondstuk verkocht tegen den prijs van 1.50 per stuk.
Deze kaartjes laten aan duidelijkheid niets te wenschen
over, geven een vrij nauwkeurig beeld van het grondstuk,
terwijl op het zegel wordt vermeld, wie de bezitter is en wie
de buren zijn, benevens de grootte in bouws en roeden. Lig
gerbladen worden op het kantoor van aangifte aangehouden.
De opzet is dus zeer eenvoudig, terwijl de prijs zeer laag is
gesteld.
Toch is de animo onder de Inlanders zeer gering en wordt
het aantal kaartjes, die afgeleverd moeten worden, teneinde
de kosten te dekken, n.l. ongeveer 1000 per maand en per
afdeeling, niet bereikt.
Gedeeltelijk is de oorzaak toe te schrijven aan tegenwer
king bij het lagere Inlandsche bestuttr, soms aan invloeden
van den S. I., doch voornamelijk aan het feit, dat de bezitter
het nut van een dergerlijk kaartje niet inziet.
Het eenige voordeel is namelijk, dat hij vrijgesteld is van
z.g. repartitie (verdeeling van den landrenteaanslag), doch
dit Is dan ook alles. Al is een kaartje op een zegel geteekend,
in rechten zal het waardeloos wezen, daar de kaartjes niet
vervaardigd zijn door beëedigd personeel, een zekeren
Soerabaiasch Handelsblad. 12-3-23
V