graad van onnauwkeurigheid bezitten en een behoorlijke
boekhouding niet bestaat.
Bij- of overschrijving heeft niet plaats; bij overlijden van
den bezitter, bij verkoop of verdeeling is dus het kaartje
reeds waardeloos, te meer daar bijmeting niet geschiedt.
Hoewel de prijs abnormaal laag is gesteld, schijnt reeds
het ihnen der gelden op bijzonder groote bezwaren te stuiten;
althans is in sommige streken een achterstand van duizenden
guldens, wat een enorm rente-verlies beteekeat.
Dat bij een verhoogen van prijs dit euvel nog grooter zal
worden, laat zich denken.
En dat bij een definitieve invoering de prijs belangrijk
hooger gesteld zal moeten worden, staat nu reeds vast.
Zoo zijn bij de berekening der kosten tal van onjuistheden
ingeslopen, o.a. de kosten van het hoogere (controle) per
soneel verwaarloosd, w.o. de tijd door brigadehoofd en
toegevoegde officieren aan de controle der zegels besteed.
Soms zijn meer teekenaars te werk gesteld, dan bij den opzet
bepaald was, terwijl zelfs hier en daar gedurende verscheide
ne maanden het personeel büiten de vastgestelde kantooruren
overwerk moest verrichten. Wel worden die overuren niet
betaald, doch men begrijpt, dat het personeel niet ten eeuwi
gen dage gedwongen kan worden overwerk te verrichten.
Verder zal blijken, dat de Topografische Dienst nimmer
in staat zal zijn, aan alle eischen te voldoen.
Immers, zal dan een soort kadastrale boekhouding moeten
worden gevoerd, waarvoor hoe eenvoudig ook de opzet zal
zijn, afzonderlijke kantoren zullen moeten worden opgericht.
De huidige Topografische Dienst heeft geen administratief
personeel en indien het technisch personeel met de boekhou
ding zou worden belast, kan men, afgezien nog van de
geschiktheid van dat personeel, een belangrijke vermindering
van technischen arbeid verwachten.
Volgens het voorschrift moeten de liggerbladen en de af
te leveren zegels door het brigadehoofd onderteekend worden,