tiap-tiap hari 1 boelan dan separoe pada tiap-tiap hari 1 boelan jang kadatang. Pasal 5. Djikalau hasil tanah itoe atas doewa tahoen tiada, terbajar, maka tanah itoe poelang kapa- da Keradjaan negeri dengan tiada daawa-daawi lagi. Pasal 6. Segala pokok kajoe dan pokok boewah jang ada ditanah ini boleh ditebang dan diboewang oleh jang mempoenja haq tanah ini dan tiada oesah dia mengganti lain. Pasal 7. Jang mempoenjai haq tanah ini boleh koewasa atasnja seba- gaimana tanah ini mendjadi miliqnja sendiri hanja tarpakai djoega atoeran oendang-oen- dang Sri Padoeka Gouverne ment India-Nederland atas haq ini, jang mana tida terselisih dengan perdjandjian soerat ini adanja. Pasal 8. Maka haq dan perdjandjian ini moelai pada hari ini soerat sesoedahnja dikaboel- daarvan zullen opvorderbaar zijn op elken isten en Isten daaraan volgend. Art. V. Het erfpachtsrecht zal van rechtswege en zonder vooraf gaande sommatie tot betaling of ingebrekestelling vervallen, indien de deswege verschul digde erfpacht over twee jaren niet betaald is. Art. VI. De erfpachter is bevoegd de boomen, die op het perceel voorkomen, om te kappen of op andere wijze te verwijderen, zonder verplicht te wezen an deren daarvoor in de plaats te stellen. Art. VII. Hij oefent ook overigens en gedurende den tijd van zijn genot op dat perceel alle rech ten uit, die aan den eigendom daarvan verbonden zijn, be houdens de bepalingen van den achtstens titel, tweede boek van het Burgerlijk Wetboek die op dit erfpachtsrecht van toepassing zijn, voor zoover daarvan door de overige bepa lingen dezer acte niet is afge weken'. Art. VIII. De rechten en verplichtingen van den erfpachter zullen in gaan met den dag, waarop

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1923 | | pagina 69