119
Dixi, die een goedwillend insider' schijnt te zijn, vestigde
reeds 12-3-1923, hierop de aandacht in het Soer. Hdbd.
Wat blijft er nu nog over van de aan den Volksraad voor
gelegde cijfers, die met plus, min en maal zoo prachtig kloppen
en wat hiervan te denken?
Zou het ver van de waarheid zijn, als ik, rekening houdende
met deze diverse niet in rekening gebrachte kosten, kom tot
een getaxeerd bedrag van ruim ,,Eén honderd mtöioen gulden"
voor den opzet van Gent van het Inlandsch Kadaster. En dan
hebben we bovendien nog de in uitzicht' gestelde dubbele admi
nistratie en bijhouding aan de Landrente- en Kadasterkantoren,
van die millioen overgangen, splitsingen enz., waarvoor de
begrooting met eenige tonnen per jaar zal moeten verhoogd
worden.
Mag ik spreken van een „Millioenenvraagstuk" en uitroepen
„Bezint eer ge begint".
Hierbij aansluitende meen ik tevens tot verhoogde belang
stelling te moeten opwekken voor het jaarboek van den Top.
dienst, opdat deze belangstelling niet beperkt blijve tot weten
schappelijke instellingen en bibliotheken in het buitenland.
Hoe gaarne ik van mijn kant ook verder van die belangstelling
zou willen doen blijken, moet ik me hier daarvan onthouden.
Ik weet bij voorbaat reeds, zie de brochure bijlag I, dat zulks
als eene onvriendelijke en af te keuren daad zal worden aan
gemerkt.
Slechts op een enkel punt zou ik gaarne nader opheldering
hebben als belastingbetaler, zoorls de Heer van Gent het
noemt op bladz. 132.
Nu de landrente-metingen voltooid zijn op Java, hoeveel
personeel is nu bij de Landrente-brigades overbodig geworden
en afgevloeid en hoeveel is daarcoor bezuinigd?
De bezuinigingscommissie hier in Indië heeft eene zware
taak te vervullen.
2