128
lijk, omdat we niet beschikken over een Burgerlijken Stand
voor Inlanders.
Een Indisch Zaakje.
In het land der onbegrensde mogelijkheden b'ijkt het o.a.
mogelijk, ISO H.A. grond aan den rechthebbende te ontfut
selen, van dien grond een rubber-kebon te maken en dezen
onder een grant aan derden te verkoopen, totdat de kooper,
zich bedrogen ziende, de zaak uitbrengt en de werkelijke
eigenaar van den grond tot de ontdekking komf, dat hij 150
Hectaren kwijt was, zonder dat hij het wist.
Op een onderneming ter S. O. K. waren, naar de Sum.
Post meldt indertijd 150 H.A. (door de onderneming nog
niet geoccupeerd) tijdelijk aan de kampongbevolking afgestaan
voor het verbouwen van voedingsgewassen. De bevolking
echter plantte behalve obi en djagoeng, ook rubber, en tenslotte
niets anders dan rubber, zoodat er een complete rubber-kebon
van 150 H.A. ontstond.
De bewuste onderneming schijnt hierop niet te hebben gelet.
.Vervolgens verschijnt er een Klingalees in de kampong, die
al meer met de bevolking te doen heeft gehad. Hij koopt de
perceeltjes, het een na het ander op, totdat hij eigenaar is van
de heele kebon.
Bij een kebon behoort een Sultans-grant en inderdaad kan
de Klingalees later, als hij tracht hypotheek (hypotheek kan
niet; bedoeld is „verkoop met recht van wederinkoop". R.) op
den grond te krijgen, een grant produceeren; hetgeen voorloopig
een raadsel is. Na hier en daar bet gevangen te hebben gelukt
het den Klingalees op zijn grant de kapitale som van 73000.
te krijgen van een firma hier ter stede.
Ten slotte komt alles uit en de firma zal haar 75000.wel
niet terug kunnen krijgen, daar de Klingalees, slachtoffer der