Bijlage I.
(Brochure „v. Gent").
EEN INLANDSCH KADASTER.
(Geen millioenenkwestie
Aan het pakkend bijschrift „Een millioenenkwestie", dat de
Heer RAEVEN in het tijdschrift voor het Kadaster van
Nederlandsch-Indië, 5de jaargang 2de aflevering, boven het
hoofdstuk van zijn hand heeft geplaatst, is het te danken, dat
alle dagbladen aandacht hebben gewijd aan een onderwerp,
dat zulks wel ten volle verdient, maar waarvan de voorgeschie
denis buiten de archieven te weinig bekend is, dat de „voor
lichters" van het publiek een redelijk oordeel er over zouden
kunnen uitspreken, alvorens zich volledig van den gang van
zaken op de hoogte te hebben gesteld. Kan zulks aan een dag-
bladartikelsehrijver niet altijd als eisch worden gesteld,
bedenkelijker wordt deze omissie voor iemand als de Heer
RAEVEN, wanneer hij zich tot schrijven zet of voor den Heser
BERGMEIJER, als hij in den Volksraad zijn ongeloof in den
goeden gang van zaken uitspreekt en beweert „Ik heb getracht
mij op de hoogte te stellen van die kwestie", zonder eenige
inlichting bij mij te hebben ingewonnen. Dit geldt voor allen,
die mede-koetsier willen zijn op den bok van de kadaster
diligence, waarvoor eigenaardige paarden loopen, nl. van
gekruist ras en in eigen onderhoud moetende voorzien. Zij
allen wekken zekere indrukken, welke wij niet in hun onjuist
heid mogen laten voortwoekeren.
In den Heer LAMSTER, die m de Java-Bode van 5 Novem
ber jl. in een gloedvol artikel zijn inzichten welke tevens
die zijn van vele Bestuursambtenal en en van groote bevolkings
groepen op en buiten Java heeft vertolkt, moeten we tevens
zien den persoon, die van 1905-—1910 mede de kadastrale