131
erfenis heeft aanvaard voor wat betreft de landrmte-metingen,
iemand, die overeenkomstig den wensch der Regeering en den
opzet van den toenmaligen chef van den Topografischen dienst
mede zijn beste krachten heeft gegeven om in een tijdsverloop
van 10 jaren te geraken tot een landrente-aanslag voor geheel
Java, waarop reeds lang tevergeefs was gewacht.
Herinneren we ons, dat zulks eerst mogelijk werd, nadat de
landrentemetingen waren overgegeven aan den Topografischen
dienst, dan is het hier niet zoo zeer de plaats om opnieuw de
onjuist gebleken bezwaren van .-iet toenmalige hoofd van den
Kadastralen dienst te berde te brengen, doch wel om thans nog
het juiste inzicht van den Heer ENTHOVEN en het ver
trouwen dat de Regeering in hem stelde, te loven. De vermelding
hiervan diene slechts ter waarschuwing aan ben, die wel
bezwaren in het midden weten te brengen of de zaak door
middel van een „commissie" op de lange baan kunnen schuiven,
maar zelf nalatig blijven of machteloos zijn in het aangeven
van een beteren weg.
Tot deze laatsten behoort m.i. de Heer RAEVEN.
Had hij in zijn inleiding minder uitgeweid over kadastrale
stelsels in Frankrijk en Holland, welke hij toch zeker wel
bekend mocht veronderstellen bij allen, die zich voor een
kadaster interesseeren, doch had hij zijn collega's duidelijk
voorgelegd, hoe in Indië het vraagstuk reeds lang de aandacht
der Regeering had en hoe Zij na ampele beschouwing tot de
slotsom kwam, dat aan de inrichting van een Inlandsch kadaster
binnen afsienbaren tijd niet kan worden gedacht, dati zou zijn
aanval op het hoofd van den Topografischen dienst (welke
persoonlijk wordt door mijn naam in het geding te brengen)
zeker minder stof hebben gegeven tot die soort waarschuwingen,
als waartoe de kennisneming van het geschrift thans aanleiding
geeft; mede zou hij een hooger ie waardeeren en vruchtbaar
der arbeid hebben geleverd.
Doch sterker, ik acht zijn geschrift te veroordeelen, omdat
zijn aanval berust op een deel der notulen van een vergadering,